12% van de leerlingen in het lager onderwijs had in het schooljaar 2022-2023 minstens 1 jaar . Het gaat om het totale aandeel voor alle leerjaren samen. Sinds het schooljaar 2012-2013 daalt dat aandeel, maar in de laatste schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 is die daling gestopt.
In het voltijds gewoon secundair onderwijs had in het schooljaar 2022-2023 23% van de leerlingen minstens 1 jaar schoolse achterstand. Ook dat cijfer geldt voor alle leerjaren samen. In het 2de leerjaar van de 3de graad loopt de schoolse achterstand op tot 28%. In het secundair onderwijs is een daling merkbaar tot en met 2021-2022, maar is er in het laatste schooljaar een lichte stijging.
Sinds 2016-2017 wordt er via het duaal leren ook voltijds gewoon secundair onderwijs aangeboden in Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) en Syntra-campussen. Ook deze zijn opgenomen in deze cijfers.
Schoolse achterstand is niet noodzakelijk een gevolg van zittenblijven, maar kan ook veroorzaakt worden door een verlate instap of door ziekte.