Het Digiplan vertrekt vanuit 2 centrale ambities:

• Elk kind heeft recht op toegang tot informatie- en communicatietechnologie.
• ICT moet bijdragen aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit van elke school.

Digitalisering wordt daarbij niet als doel op zich gezien, maar als een hefboom voor beter onderwijs. Het plan zet in op duurzame investeringen, digitale inclusie en professionalisering van het onderwijzend personeel.

De middelen worden geoormerkt en verdeeld over 3 grote luiken:

1. ICT-infrastructuur voor personeel
   • 70 miljoen euro voor bestuurs- en onderwijzend personeel in basis-, secundair, deeltijds kunst- en volwassenenonderwijs.
   • Het doel is elk personeelslid voorzien van kwalitatieve digitale werkmiddelen.
2. Basisonderwijs: gedeeld gebruik voor leerlingen
   • 46 miljoen euro voor collectieve infrastructuur zoals laptopkarren, pc-hoeken en tablets.
   • Kleuters worden gewogen met factor 0,8; kinderen in lager onderwijs met 1 en leerlingen in het buitengewoon onderwijs met 1,5.
3. Secundair onderwijs: enveloppefinanciering
   • 60 miljoen euro voor ICT-infrastructuur op maat van de schoolnoden.
   • Ook hier geldt een weging van 1 voor gewoon en 1,5 voor buitengewoon onderwijs.

De uitbetaling aan schoolbesturen gebeurt voor 15 december 2025 en de middelen kunnen worden aangewend tot en met 31 december 2027.

Met deze investering wil de Vlaamse Regering scholen niet alleen ondersteunen, maar ook inspireren om hun digitale werking duurzaam te versterken. Daarom wordt van elke school verwacht dat ze tegen 1 september 2026 beschikt over een doordacht ICT-beleidsplan en een visie op professionalisering. Dat biedt scholen de kans om hun digitale ambities scherp te stellen en gericht te investeren in de toekomst.

Tegelijk blijft betaalbaarheid voor gezinnen een belangrijk aandachtspunt. Scholen worden gevraagd om transparant te communiceren over eventuele kosten en die steeds af te stemmen met de schoolraad. Indien kosten worden doorgerekend, moet dat verantwoord gebeuren en opgenomen zijn in het schoolreglement, met een duidelijke verwijzing naar de referentieprijzen van het Kenniscentrum Digisprong.

Digitale inclusie staat centraal. Elke leerling moet kunnen deelnemen aan het digitale leerproces, ongeacht de thuissituatie. Daarom wordt van scholen verwacht dat ze sociale correcties voorzien, zoals uitleendiensten, kosteloze alternatieven of gedifferentieerde bijdragen. In het secundair onderwijs mag een redelijke huurprijs gevraagd worden voor uitleenmateriaal, zolang die in verhouding staat tot het gebruik en de richtprijzen.

Tot slot gebeurt elke aankoop binnen het Digiplan volgens de regels van de wet op overheidsopdrachten en binnen de refertelijst ‘aankopen Digiplan ICT-infrastructuur’.

In 2026 voorziet de Vlaamse Regering een 2de schijf ICT-middelen in het kader van het Digiplan. Die middelen zullen via een afzonderlijk besluit worden toegekend, met bijzondere aandacht voor digitaal intensieve opleidingen en bijkomende ondersteuning van het onderwijzend personeel. De verdeling zal opnieuw gebeuren op basis van leerling- en personeelsaantallen, met behoud van de principes van digitale inclusie, duurzaamheid en doelgericht investeren.

Vanaf 2027 wordt het digitaliseringsbeleid jaarlijks geëvalueerd. Daarbij wordt gekeken naar:

• Impact op de schoolfactuur
• Recht op vrije schoolkeuze
• Pedagogische keuzes van scholen
• Gehanteerde referentieprijzen
• Ontvangen werkingsmiddelen

Op basis van die evaluaties wordt verslag uitgebracht aan de Vlaamse Regering en kunnen, indien nodig, bijsturingen in het beleid of de regelgeving volgen.

Voor de gegevensverzameling wordt maximaal rekening gehouden met bestaande rapporteringssystemen, zodat bijkomende planlast wordt vermeden. Zo bouwen we samen aan een doordacht en gedragen digitaliseringsbeleid dat meegroeit met de noden van het onderwijsveld.