Gedaan met laden. U bevindt zich op: Mandaat lid Bijzonder comité voor de sociale dienst

Mandaat lid

De voorzitter en de leden van het BCSD worden in principe verkozen voor een periode van 6 jaar. Hierop bestaan een aantal uitzonderingen waardoor het mandaat vroeger eindigt. Tijdens de uitoefening van het mandaat zijn de leden en de voorzitter van het BCSD gebonden door een aantal verbodsbepalingen. Er bestaan ook diverse onverenigbaarheden.

Duur van het mandaat

De voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst worden, behalve in geval van vervallenverklaring, ontslag of overlijden of als de akte van voordracht een einddatum vermeldt, verkozen voor een periode van zes jaar.

Na een volledige vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn blijft de uittredende voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst in functie tot de nieuwe voorzitter geïnstalleerd is. Ook voor de uittredende leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst is het zo dat deze -na een volledige vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn- in functie zullen blijven tot de installatie van de meerderheid van de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft plaatsgevonden.

Onverenigbaarheden van het mandaat

De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van het bijzonder comité:

  • de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen(opent in nieuw venster) en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied
  • de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof
  • de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente -die door het OCMW wordt bediend- toe behoort
  • de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente
  • de leden van een districtsraad
  • de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester
  • de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.

In uitzondering op voorgaande onverenigbaarheden is het wel mogelijk voor het onderwijzend personeel van de gemeente, die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend, om lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst te zijn.

De voorzitter of een lid van het vast bureau kan slechts deel uitmaken van het bijzonder comité voor de sociale dienst, als deze verkozen is als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst of als deze de verkozen voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst vervangt.

Einde van het mandaat

De mandaten van de voorzitter en de leden van het bijzonder comité nemen een collectief einde als de ambtstermijn van 6 jaar verstrijkt of wanneer de gemeenteraad zich tussentijds zou ontbinden.

​Naast de collectieve beëindiging zijn er verschillende manieren van individuele beëindiging.