Gedaan met laden. U bevindt zich op: Huishoudelijk reglement en deontologische code Bijzonder comité voor de sociale dienst

Huishoudelijk reglement en deontologische code

Het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD) beschikt over een huishoudelijk reglement en deontologische code. Die deontologische code kan dezelfde zijn als die van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Huishoudelijk reglement

Bij de aanvang van de zittingsperiode neemt het bijzonder comité voor de sociale dienst een huishoudelijk reglement aan. Dat reglement bepaalt de regels over de werking van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Het huishoudelijk reglement moet minstens volgende aangelegenheden regelen:

  • de notuleringswijze en de manier om de notulen van de vorige vergadering ter beschikking te stellen van de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
  • de verzendingswijze van de oproeping en het ter beschikking stellen van het dossier aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
  • de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst die erom verzoeken, technische inlichtingen verschaffen over die stukken
  • de wijze waarop het bijzonder comité voor de sociale dienst stemt
  • de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst
  • de grenzen waarbinnen de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn bevoegdheden kan uitoefenen
  • de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop
  • de uitzonderlijke omstandigheden waaronder het bijzonder comité voor de sociale dienst digitaal/hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal/hybride vergaderen opneemt.

Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.

Deontologische code

Het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft dezelfde deontologische code als de raad voor maatschappelijk welzijn. Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan er ook voor kiezen om zelf een deontologische code aan te nemen die minstens de deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn omvat.