Marternetwerk van het INBO

Marternetwerk van het INBO

Marterachtigen hebben een zeer verborgen levenswijze. Rechtstreekse observatie in het veld is doorgaans van veel toevallige omstandigheden afhankelijk. Onderzoek aan levende dieren lukt daarom vrij moeizaam, en moet noodzakelijkerwijs gebruik maken van gesofisticeerde technieken, zoals o.a. radiotelemetrie.

Onderzoek aan dode dieren opent hier evenwel een veelheid aan mogelijkheden: behalve een juiste determinatie (voor sommige soorten absoluut geen overbodigheid !), laat een ‘ecologische autopsie’ toe verschillende parameters te bepalen m.b.t. ecologie en populatiedynamiek:

  • Zo geeft maaginhoudanalyse een concreet beeld van het dagelijkse menu en de plaats van de ‘predator’ in het ecosysteem.
  • Voortplantingsstatus, conditie en leeftijd zijn belangrijke populatieparameters, die bijvoorbeeld uitsluitsel geven over het al dan niet gevestigd zijn van een individu in populatieverband, dan wel of het om een ‘toevallige’ zwerver gaat.
  • Staalname van weefsels en organen laat toe de mogelijke verspreiding en biobeschikbaarheid van voedselcontaminanten zoals zware metalen en PCB’s in kaart te brengen.
  • Ook de genetische kenmerken van de populatie kunnen worden bestudeerd.

Omdat geen enkele van onze inheemse marterachtigen opzettelijk mag worden gedood (geen jacht, geen bestrijding), is het inzamelen van verkeersslachtoffers de aangewezen weg om beschikking te krijgen over dode exemplaren. Het INBO heeft daarom een netwerk opgericht van vrijwillige medewerkers, die daartoe over de nodige individuele vergunningen beschikken, en bereid zijn in Vlaanderen dood gevonden dieren op te halen. Zij hebben, verspreid over gans Vlaanderen, een 30-tal diepvriezers om dode dieren in te bewaren.

Voor het aanmelden van dode marterachtigen – en andere carnivoren – kan u steeds een beroep doen op deze medewerkers van het Marternetwerk. We zamelen alle soorten marterachtigen in, met uitzondering van steenmarters (waarvan we al ruim voldoende ingezamelde exemplaren hebben). Ook inheemse (grote) roofdieren als wolf, lynx, en wilde kat en de niet-inheemse carnivoren zoals Amerikaanse nerts, wasbeer, wasbeerhond en stinkdier worden ingezameld.

Absoluut prioritair zijn alle – al dan niet vermeende - boommarters! De staat van het dode dier speelt daarbij geen enkele rol (platgereden vel, verregaande ontbinding,…). Met dank!

>> Lijst van de vrijwilligers van het marternetwerk

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}