Pers

Terug naar overzicht
Brussel

Tien weerradars detecteren vogeltrek over de Benelux, en jij kan meekijken!


Elk voor- en najaar trekken miljoenen vogels over ons land. Dit doen ze voornamelijk op grote hoogte en ‘s nachts, waardoor het fenomeen voor ons grotendeels onzichtbaar is. Maar niet voor weerradars! Het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI) en het INBO lanceren vandaag een webapplicatie waarop iedereen deze migratie in real time over de ganse Benelux in detail kan bekijken. Hierop is te zien dat de vogeltrek dit jaar uitzonderlijk vroeg op gang kwam, en dat heeft alles te maken met het ongewoon warme weer in de tweede helft van februari. De ontwikkeling van de website werd mee begeleid door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en financieel ondersteund door het Federaal Wetenschapsbeleid BELSPO.

Wat heeft meteorologie met vogeltrek te maken? Veel, zo blijkt. En bovendien: het werkt in beide richtingen. Vogels wachten de ideale weersomstandigheden af om te beginnen aan hun grote tocht naar hun overwinteringsgebieden in het zuiden, en omgekeerd terug naar hun broedgebied. Maar al even intrigerend is het feit dat één van de belangrijkste hedendaagse meetinstrumenten in de meteorologie, de weerradar, deze vogels gedetailleerd in kaart kan brengen. Een weerradar detecteert immers niet alleen de waterdruppeltjes in de atmosfeer, maar evengoed vogels die zich verplaatsen in het luchtruim.

De website die vandaag wordt gelanceerd, biedt een uniek beeld van de vogeltrek over de ganse Benelux, gebaseerd op tien weerradars gesitueerd in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De grafiek die als eerste wordt getoond bij het laden van de website, is de zogenaamde “MTR” (Migration Traffic Rate). Met deze parameter wordt uitgedrukt hoeveel vogels er op elk moment van de dag passeren in de omgeving van de radar, en dit door een denkbeeldig scherm van 1 kilometer breed en “oneindig” hoog (in de praktijk neemt men het scherm 5 km hoog). Men kan het vergelijken met het “debiet” of de “flux” aan vogels dat door de lucht “stroomt”.

De kleurrijke figuur eronder geeft een beeld van hoe deze vogels verdeeld zijn over de verticale lagen van de atmosfeer. De parameter die getoond wordt op deze figuur is de vogeldichtheid, uitgedrukt in het aantal vogels per kubieke kilometer. Er moeten wel bepaalde aannames worden gemaakt om tot dit getal te komen (bijv. over de typische grootte van een trekvogel). Bovendien is de radar niet in staat om de lokale vogelbewegingen dicht bij het aardoppervlak waar te nemen. Meer uitleg over de correcte interpretatie wordt voorzien op de website zelf.

Voorjaarstrek nu in volle gang

Op de website (en de figuur) is te zien hoe de vogeltrek stilaan op gang kwam tijdens de uitzonderlijk warme dagen in het tweede deel van februari, en dit vooral - omwille van de windrichting - in het oosten van de Benelux. Dit is ongewoon vroeg, aangezien massale voorjaarstrek doorgaans plaatsvindt in de maand maart tot midden april; de precieze periode is daarbij afhankelijk van de meteorologische condities zoals de heersende windrichting, de gemiddelde temperatuur en de aanwezigheid van neerslagzones. De omgekeerde beweging, naar het zuiden, wordt gewoonlijk tussen midden september en eind oktober gemaakt. Waar dit voorheen een fenomeen was dat zich grotendeels onzichtbaar hoog in de lucht (en vooral ’s nachts) afspeelt, wordt dit nu een stukje zichtbaar gemaakt voor ons, grondgebonden aardbewoners!

De nieuwe webapplicatie ingesteld op de radar van Helchteren, en op een tijdsperiode van drie dagen rond 21 februari 2021. Door het uitzonderlijk warme weer in die periode kwam de voorjaarstrek vroeger op gang dan normaal. Op de getoonde figuren is het duidelijk dat de meest intense migratie telkens in de eerste helft van de nacht plaatsvindt. De vogels bereiken daarbij hoogtes tot 3 km (en soms zelfs meer).

Voortbouwen op bestaande expertise

In de meteorologische en hydrologische toepassingen van de weerradar worden de vogelsignalen netjes geëlimineerd uit de radardata. Maar voor ornithologen en ecologen is deze informatie net heel waardevol. Ook al kunnen radars geen onderscheid maken tussen vogelsoorten, geven de vogelsignalen onschatbare inzichten in de dynamiek en evolutie van vogeltrek op grote schaal, die op geen enkele andere manier te verwerven zijn. Daarnaast is deze detectie ook belangrijk voor de luchtvaart: botsingen tussen vliegtuigen en groepen vogels kunnen soms fatale gevolgen hebben, en de detectie van vogels door weerradars kan helpen om deze botsingen te vermijden.

Zowel KMI, INBO als KBIN hebben de laatste tien jaar een aanzienlijke expertise opgebouwd in vogeldetectie op basis van weerradar.

  • Het KMI installeerde reeds enkele jaren terug speciale software die het vogelsignaal in de radarbeelden scheidt van de neerslag, en vervolgens kwantificeert. Het eindproduct van deze vogeldetectie wordt al verschillende jaren gedeeld met de Bird Control Section van de Aviation Safety Directorate (ASD) van de Luchtcomponent van Defensie (vroegere Luchtmacht). Daar wordt de informatie gebruikt voor het uitvaardigen van zgn. “BirdTAMs” aan piloten van het leger (BIRD noTice to AirmeN). Daarnaast stelt het KMI al verschillende jaren de data van haar radars ter beschikking van het Europese onderzoeksproject ENRAM en diens huidige opvolger GloBAM. Deze onderzoeksprojecten hebben een geweldige impuls gegeven aan de studie van vogelmigratie op basis van radar, en het onderzoeksveld kreeg zelfs een eigen naam: radar-aeroëcologie (waarin, naast vogels, ook het gedrag van insecten en vleermuizen wordt bestudeerd met radars). Deze projecten hebben tot belangrijke nieuwe inzichten geleid met betrekking tot vogelmigratie over het Europese continent.
  • Het INBO speelt al geruime jaren een belangrijke rol in deze Europese studies. Zo ontwikkelde haar Open science lab for biodiversity reeds in het verleden innovatieve visualisaties om vogeltrek beter in kaart te brengen.
  • Ook het KBIN heeft afgelopen jaren bijgedragen tot de studie van vogeltrek met behulp van radar. In het bijzonder werd er bij KBIN gefocust op de mogelijke invloed van off-shore windparken voor de Belgische kust op vogelmigratie. Hierbij werden onder meer de vogelsignalen uit de weerradar vergeleken met de metingen van een speciale vogelradar geïnstalleerd op een platform in een windmolenpark op de Noordzee.

Transparant en toegankelijk

Op het KMI merkte men dat de occasionele nieuwsberichten over deze vogeldetectie vaak op veel interesse konden rekenen van het brede publiek. Hoewel de vogeldetecties van een groot aantal Europese weerradars, waaronder de Belgische, al geruime tijd beschikbaar worden gesteld als open data in het data repository van ENRAM/GloBAM, bleef het uitlezen en de visualisatie van deze data veelal specialistenwerk. Met de lancering van de nieuwe website, willen KMI en INBO de vogeldetectie door weerradars toegankelijk maken voor iedereen die geïnteresseerd is in het fascinerende fenomeen van vogeltrek. Bovendien is de ontwikkeling van de webapplicatie volledig transparant gebeurd en is deze beschikbaar als open source software, zodat deze portabel en herbruikbaar wordt voor gelijkaardige initiatieven.

Contact

  • Voor KMI: maarten.reyniers@meteo.be
  • Voor INBO: Peter Desmet
  • Voor KBIN: robin.brabant@naturalsciences.be
  • De webapplicatie is een resultaat van het BELSPO-valorisatieproject “CROW”.
  • Korte video over radar-aeroëcologie (Engels):