De populaties van een aantal overwinterende watervogelsoorten van Europees belang gaan in Vlaanderen nog steeds achteruit.
Populatietrend op korte en lange termijn van negentien overwinterende watervogelsoorten van Europees belang in Vlaanderen. Deze figuur verwijst naar figuur 23 in het Natuurrapport 2020.
De indicator toont de populatietrend op korte (2007-2018) en lange termijn (1991-2018) van 19 overwinterende watervogelsoorten van Europees belang in Vlaanderen.
De Europese Vogelrichtlijn verplicht de lidstaten om zesjaarlijks te rapporteren over de populatiegrootte en -trend (op lange en korte termijn) van alle regelmatig broedende en een aantal niet-broedende, doortrekkende en overwinterende vogelsoorten op hun grondgebied (Vermeersch e.a. 2019). De rapportering beperkt zich dus niet tot de Bijlage I soorten van de Vogelrichtlijn en soorten die in belangrijke aantallen op hun grondgebied voorkomen (1% norm). Deze indicator bespreekt de populatietrends van 19 overwinterende watervogels van Europees belang waarvoor kwantitatieve populatiedoelen zijn geformuleerd in de gewestelijke instandhoudingsdoelen (G-IHD) (Paelinckx e.a. 2009; Vermeersch e.a. 2019).
Op lange termijn doen acht van de negentien soorten het significant beter. De populaties van pijlstaart, wintertaling, tafeleend, steenloper, kuifeend, bergeend en kemphaan gaan echter significant achteruit. Ook op korte termijn is dat het geval voor pijlstaart, wintertaling, tafeleend en bergeend.
| Soort | Korte termijn | Lange termijn |
|---|---|---|
| Bergeend | afname | sterke afname |
| Goudplevier | onbekend | onbekend |
| Grauwe Gans | potentiële toename | sterke toename |
| Grote Zilverreiger | sterke toename | sterke toename |
| Kemphaan | potentiële afname | sterke afname |
| Kleine Rietgans | potentiële afname | toename |
| Kleine Zwaan | potentiële afname | potentiële toename |
| Kluut | onbekend | onbekend |
| Kolgans | sterke toename | sterke toename |
| Krakeend | toename | sterke toename |
| Kuifeend | stabiel | matige afname |
| Pijlstaart | sterke afname | sterke afname |
| Slobeend | potentiële toename | toename |
| Smient | potentiële afname | potentiële afname |
| Steenloper | potentiële afname | afname |
| Tafeleend | sterke afname | sterke afname |
| Toendrarietgans | sterke toename | sterke toename |
| Wintertaling | afname | afname |
| Wulp | potentiële toename | toename |
Er gaan zowel op lange als korte termijn nog altijd soorten achteruit. De verdere achteruitgang van de soorten van Europees belang is niet gestopt. Vlaanderen heeft de beleidsdoelen voor 2020 zoals geformuleerd in het Vlaams Natura 2000-programma dan ook niet gehaald.
Paelinckx, Desiré, Kurt Sannen, Valérie Goethals, Gerald Louette, Jos Rutten, en Maurice Hoffmann. 2009. “Gewestelijke doelstellingen voor de habitats en soorten van de Europese Habitaten Vogelrichtlijn voor Vlaanderen. (INBO.M.2009.6)”. Brussel: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. https://pureportal.inbo.be/portal/files/5493595/Paelinckx_etal_2009_GewestelijkeDoelstellingenHabitatsSoortenEuropeseHabitatVogelrichlijnVlaanderen.pdf.
Vermeersch, Glenn, Koen Devos, Eric Stienen, Anny Anselin, en Thierry Onkelinx. 2019. “Resultaten van de Vlaamse rapportage in het kader van artikel 12 van de Vogelrichtlijn en status van vogelsoorten met instandhoudings-populatiedoelen en van typische vogelsoorten van Natura 2000 habitattypes. (INBO.R.2019.18164666)”. Brussel: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
- Periodiciteit: zesjaarlijks - Volgende update: onbekend - Databereik: 1992-2019
De berekeningswijze voor populatietrends op korte (laatste 12 jaar) en lange termijn (sinds het instellen van de Vogelrichtlijn in 1980) is beschreven in Vermeersch e.a. (2019).
De korte-termijntrend werd bepaald voor de periode winter 2006/07 - winter 2017/18. De trendberekening gebeurt op basis van de seizoensgemiddelden, i.e. het gemiddeld aantal in de volledige winterperiode oktober-maart. Ontbrekende waarden worden bijgeschat via de zogenaamde ‘inputting’ (Onkelinx, Devos, en Quataert 2017). Zo kan een minimale, maximale en gemiddelde waarde van de trend berekend worden. De minima en maxima komen respectievelijk overeen met de onder- en bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval. We beschouwen een trend negatief/positief als het volledige betrouwbaarheidsinterval negatief/positief is. Als de ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval negatief en de bovengrens positief is, is de trend stabiel of onbekend. We beschouwen de trend stabiel als de bovengrens aangeeft dat de toename over 12 jaar kleiner is dan 25% en de ondergrens aangeeft dat de daling minder dan 25% is.
De lange-termijntrend wordt op dezelfde manier berekend als de korte termijn trend. De periode werd vastgelegd op winter 1991/92 tot winter 2017/18. Door een gebrek aan voldoende gestandaardiseerde telgegevens voor 1991 kon de trendanalyse niet teruggaan tot 1980.
Het berekenen van maandelijkse totaalaantallen en seizoensgemiddelden gebeurt louter op basis van effectief getelde aantallen. Er worden dus geen bijschattingen uitgevoerd voor niet getelde gebieden. Omwille van de hoge telvolledigheid wordt aangenomen dat dit slechts een heel beperkte invloed heeft op de aantallen die in verschillende maanden of winters geteld worden. Voor de meeste soorten geven de getelde aantallen dan ook een betrouwbaar beeld van de werkelijke populatiegrootte en trends.
Broncode indicator: c3_populatietrend_watervogels.Rmd - Basisdata: populatietrends_watervogels.tsv - Metadata basisdata: populatietrends_watervogels.yml - Overzichtstabel: overzicht_watervogelsoort.tsv
Onkelinx, Thierry, Koen Devos, en Paul Quataert. 2017. “Working with population totals in the presence of missing data comparing imputation methods in terms of bias and precision.” Journal of Ornithology 58: 603–15.
Vermeersch, Glenn, Koen Devos, Eric Stienen, Anny Anselin, en Thierry Onkelinx. 2019. “Resultaten van de Vlaamse rapportage in het kader van artikel 12 van de Vogelrichtlijn en status van vogelsoorten met instandhoudings-populatiedoelen en van typische vogelsoorten van Natura 2000 habitattypes. (INBO.R.2019.18164666)”. Brussel: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
Vriens, Lieve, Glenn Vermeersch, en Koen Devos. 2020. “Natuurindicatoren – de Vlaamse natuur blijft zorgen baren”. Mens en Vogel 58 (2): 22–31.