De overheidsfinanciering voor ontwikkelingssamenwerking gericht op het herstel, de bescherming en de ontwikkeling van biodiversiteit daalt.
Figuur 1. Belgische officiële ontwikkelingshulp (ODA) met biodiversiteit als hoofd- of significant nevendoel tussen 2010 en 2017. Brondata: Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Deze figuur verwijst naar Figuur 68 in het Natuurrapport 2020.
De indicator toont hoeveel van onze officiële ontwikkelingshulp (Official Development Assistance, ODA) aan biodiversiteitsgerelateerde doelen wordt gespendeerd. Biodiversiteitsherstel, -bescherming of -ontwikkeling kunnen het hoofddoel zijn of een significant nevendoel vormen. In dat laatste geval wordt niet het hele projectbudget in rekening genomen, maar slechts het geschatte aandeel dat naar biodiversiteitsdoelen gaat.
De ODA omvat het budget dat onze overheden (federaal, regionaal, provinciaal en lokaal) besteden aan de ondersteuning van economische ontwikkeling en welvaart in ontwikkelingslanden. Dat kan bilateraal (tussen donor en ontvanger) of via multilaterale organisaties zoals de VN en de Wereldbank worden toegekend, en zowel via giften, leningen als technische assistentie. De uitgaven voor biodiversiteit zonder overheidstussenkomst, en financiering van andere dan de erkende ontwikkelingslanden zitten niet in de cijfers vervat (zie metadata).
Het gedeelte van de Belgische officiële ontwikkelingshulp dat gericht is op biodiversiteitsgerelateerde doelen schommelt door de jaren heen. Het totale budget is het hoogst in 2010. De financiering voor projecten en organisaties met biodiversiteit als hoofddoel is de laatste jaren drastisch gedaald: ze bedraagt in 2014 - 2017 nog minder dan de helft van het budget in 2010. De bijdragen met biodiversiteit als nevendoel nemen toe.
Internationale beleidskaders zoals de Agenda 2030 van de Verenigde Naties en de Europese Biodiversiteitsstrategie zetten een toename van het budget voor biodiversiteitsgerelateerde ontwikkelingssamenwerking voorop. Ook de Belgische Biodiversiteitsstrategie 2020 stelt als doel om de jaarlijkse financiële bijdragen tegen 2015 te verdubbelen ten opzichte van de gemiddelde jaarlijkse bijdragen in de periode 2006-2010. Hoe die bijdragen precies berekend moeten worden en welke vormen van financiering voor ontwikkelingssamenwerking meetellen, is niet vastgelegd.
Over de laatste 5 jaar (2013-2017) bedraagt de biodiversiteitsgerelateerde ODA gemiddeld zo’n 24 miljoen euro per jaar of 1,2 procent van de totale Belgische ODA. De Vlaamse gewestelijke overheid neemt daarvan 14 procent voor haar rekening. Daarnaast wordt, voornamelijk vanuit de federale overheid, jaarlijks gemiddeld 65 miljoen euro gespendeerd aan de centrale werking van multilaterale milieu- of landbouworganisaties, die vaak ook biodiversiteitsdoelen dienen.
Periodiciteit: eenmalig - Volgende update: onbekend - Databereik: 2010 - 2017
Daarnaast worden ook de jaarlijkse bijdragen aan de centrale werking van multilaterale organisaties (core-bijdragen) bijgehouden.
De bilaterale bijdragen met biodiversiteit als hoofddoel (score 2) worden per jaar gesommeerd. De bilaterale bijdragen met biodiversiteit als nevendoel (score 1) worden eerst vermenigvuldigd met een factor tussen 0 en 0,6, afhankelijk van de sector. Die factor hangt samen met de mate waarin de sector door de band genomen biodiversiteitsdoelen dient. Het bestand biodiversiteitsfactoren.tsv (zie download) geeft de omrekeningsfactoren per sector weer, zoals ze momenteel gebruikt worden in de rapportage van de FOD Buitenlandse Zaken.
De jaarlijkse core-bijdragen aan Bioversity International en het VN Verdrag voor Biologische Diversiteit, beide multilaterale instellingen die louter op biodiversiteit gericht zijn, worden bij de bilaterale jaartotalen opgeteld.
De gemiddelde jaarlijkse bijdrage aan de centrale werking van multilaterale milieu- en landbouworganisaties wordt berekend als het gemiddelde over de laatste vijf jaar (2013-2017) van de bijdragen aan volgende organisaties:
De cijfers in deze indicator bevatten slechts een deel van de uitgaven voor biodiversiteit in ontwikkelingslanden. De ODA omvat het budget dat onze overheden (federaal, regionaal, provinciaal en lokaal) besteden aan de ondersteuning van economische ontwikkeling en welvaart in die landen. Dat kan bilateraal (tussen donor en ontvanger) of via multilaterale organisaties zoals de VN of de Wereldbank worden toegekend en zowel via giften, leningen als technische assistentie. De bilaterale hulp kan rechtstreeks naar overheden en projecten in de partnerlanden gaan, of indirect naar deze partnerlanden doorstromen via NGO’s en andere instellingen. Enkel bilaterale bijdragen en bijdragen aan de centrale werking van louter op biodiversiteit gerichte multilaterale organisaties tellen mee in deze indicator. Ook geoormerkte bijdragen aan multilaterale instellingen behoren tot de bilaterale hulp. Bijdragen aan de centrale werking van andere multilaterale organisaties, financiering vanuit bedrijven of ngo’s, zonder overheidstussenkomst, en financiering van andere dan de door de DAC erkende ontwikkelingslanden zitten niet in de cijfers vervat.
De omrekeningsfactoren die gebruikt worden om het aandeel biodiversiteitsfinanciering te bepalen in de bijdragen met biodiversiteit als significant nevendoel (score 1) zijn gebaseerd op expertinschattingen. Ze worden bepaald per sector. Het werkelijke aandeel biodiversiteitsfinanciering verschilt van project tot project.
Broncode indicator: d8_mondiale_biodiversiteit_ontwikkelingshulp.Rmd - Basisdata: biodiversiteitsgerelateerde_ontwikkelingshulp.tsv, biodiversiteitsfactoren.tsv - Metadata basisdata: biodiversiteitsgerelateerde_ontwikkelingshulp.yml, biodiversiteitsfactoren.yml