Tussen 1990 en 2018 was de uitbreiding van stedelijk en bebouwd gebied ten koste van het agro-ecosysteem de voornaamste verandering in landgebruik.
Figuur 1. Ecosysteemvoorraad (km²) in 1990 en 2018 (Bron: Corine). Deze figuur verwijst naar Figuur 28 in het Natuurrapport 2020. De cijfers van de grafiek zijn terug te vinden in de rekening ecosysteemvoorraad (Tabel 1).
De voorraad stedelijk en bebouwd gebied nam toe met bijna 7% en zoetwater en estuarium met 15% ten opzichte van 1990. De omvang van het agro-ecosysteem daalde met bijna 3%.
| Stedelijk en bebouwd gebied | Agro-ecosysteem | Bos en terrestrische open natuur | Zoetwater en estuarium | Zee | |
|---|---|---|---|---|---|
| Ecosysteemvoorraad 1990 | 3471 | 8715 | 1259 | 167 | 3474 |
| Ecosysteemvoorraad 2018 | 3706 | 8471 | 1246 | 192 | 3471 |
| Verlies | -129 | -397 | -141 | -10 | -3 |
| Uitbreiding | +364 | +153 | +128 | +35 | +0 |
| Nettoverandering | +235 | -244 | -13 | +25 | -3 |
| % nettoverandering t.o.v. 1990 | +6.8% | -2.8% | -1.0% | +14.8% | -0.1% |
| Totale verandering | 494 | 551 | 269 | 45 | 3 |
| % totale verandering t.o.v. 1990 | 14.2% | 6.3% | 21.4% | 26.7% | 0.1% |
| Stabiele ecosysteemvoorraad | 2977 | 8165 | 989 | 122 | 3471 |
| % stabiele ecosysteemvoorraad | 85.8% | 93.7% | 78.6% | 73.3% | 99.9% |
De ecosysteemvoorraad (ecosystem extent) is een maat voor de omvang van het natuurlijk kapitaal van een gebied op basis van de oppervlakte van verschillende types bodembedekking en landgebruik (Costanza, Daly, en Bartholomew 1991; Costanza en Daly 1992; Daily e.a. 2000; EEA 2006, 2018; Ekins 1992). Landgebruiksveranderingen leiden tot toe- of afnames van ecosysteemvoorraden. De ecosysteemvoorraad (Figuur 1) is een indicator van de toestand van ecosystemen, de ecosysteemverandering (Figuur 2) geeft een indicatie van de druk op die ecosystemen.
De belangrijkste veranderingen in de ecosysteemvoorraden van Vlaanderen tussen 1990 en 2018 zijn de uitbreiding van het stedelijk en bebouwd gebied en de afname van het agro-ecosysteem (grasland en akker). De omvang van bos en terrestrische open natuur verandert in die periode minder sterk. Onder terrestrische open natuur verstaan we halfnatuurlijk grasland, heide, moeras, kustduin en strand. Zoetwater en estuarium is in Vlaanderen beperkt in omvang, maar breidt relatief sterk uit. Dit komt vooral door zand- en grindontginning en de aanleg van spaarbekkens, waterwegen en havenuitbreiding. Ook die landgebruiksveranderingen zijn sterk verweven met de uitbreiding van stedelijk en bebouwd gebied.
De totale verandering van ecosysteemvoorraden (Tabel 1) is mogelijk heel wat groter dan de cijfers van de nettoveranderingen (Figuur 1) suggereren. Zo daalt de voorraad bos en terrestrische open natuur netto met 1 procent, maar is 20 procent van de voorraad betrokken bij een bepaalde verandering van landgebruik of bodembedekking. Het deel van het ecosysteem dat niet betrokken is bij zo’n verandering wordt ook wel de stabiele ecosysteemvoorraad genoemd (EEA 2006, 2018). Hoe groter het aandeel van een ecosysteem dat betrokken is bij een landgebruiksverandering, des te kleiner de stabiliteit van dat ecosysteem. Biologisch waardevolle ecosystemen als soortenrijke graslanden en oude bossen hebben meerdere decennia tot eeuwen nodig om hun kenmerkende ecosysteemvoorraden, -structuren, -processen en soortensamenstelling te ontwikkelen. Voor dergelijke systemen is een hoge dynamiek in het landgebruik problematisch.
De totale verandering in Tabel 1 betreft zowel veranderingen binnen een ecosysteem (bijvoorbeeld van niet-aaneengesloten stedelijk weefsel naar aaneengesloten stedelijk weefsel) als tussen die ecosystemen (bijvoorbeeld van landbouwgrasland naar loofbos). Voor ecosystemen met een dalende voorraad geeft de verhouding tussen de nettoverandering en de ecosysteemvoorraad van 1990 een indicatie van de ‘volhoudbaarheid’ of duurzaamheid van de landgebruiksveranderingen.
Figuur 2 en Tabel 2 tonen welke maatschappelijke processen aan de basis liggen van de veranderingen in ecosysteemvoorraden. Urbanisatie of de uitbreiding van stedelijk en bebouwd gebied is de belangrijkste oorzaak van de druk inzake landgebruiksverandering.
Figuur 2. Ecosysteemverandering (hectare) tussen 1990 en 2018 (Bron: Corine). De gekleurde balken aan de linkerzijde tonen hoeveel hectare van een ecosysteemvoorraad geconsumeerd werden. Die aan de rechterzijde tonen met hoeveel hectare de ecosysteemvoorraad uitbreidde. De cijfers van de grafiek zijn terug te vinden in de rekening ecosysteemverandering (Tabel 2).
Er ging bijna acht maal meer landbouwlandschap verloren door urbanisatie (24.364 ha, Tabel 2, C.2) dan door uitbreiding van bos en terrestrische natuur (3.343 ha, Tabel 2, C.6). Wanneer we ook de omvorming van urbaan landschap resp. natuurlijk landschap naar landbouwlandschap in rekening brengen (Tabel 2, C.4) is de netto-omvorming van landbouw naar urbaan (21.223 ha) ruim tien maal groter dan die van landbouw naar natuur en bos (1.978 ha). In de uitwisseling tussen urbaan en natuurlijk landschap (Tabel 2, C.2 en C.6) ging dubbel zoveel van natuur naar urbaan dan andersom. Dit betekent dat de uitvoering van de Strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen van de Vlaamse Regering (BRV 2018), de zogenaamde ‘bouwshift’, een onmisbare hefboom vormt voor de instandhouding en het herstel van landbouwbiodiversiteit en van natuurlijke ecosystemen in het algemeen.
| Stedelijk en bebouwd gebied | Agro-ecosysteem | Bos en terrestrische open natuur | Zoetwater en estuarium | Zee | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Ecosysteemvoorraad 1990 | 347069 | 871528 | 125876 | 16697 | 347394 | 1708564 |
| Consumptie bestaande voorraad | 12934 | 39734 | 14129 | 996 | 304 | 68097 |
| C1. Veranderingen binnen stedelijk en bebouwd gebied | 6343 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6343 |
| C2. Uitbreiding van stedelijk en bebouwd gebied | 0 | 24364 | 5045 | 527 | 168 | 30104 |
| C3. Veranderingen binnen het agro-ecosysteem | 0 | 10637 | 0 | 0 | 0 | 10637 |
| C4. Uitbreiding van het agro-ecosysteem | 3141 | 0 | 1365 | 193 | 0 | 4699 |
| C5. Omvorming binnen bos en terrestrische open natuur | 0 | 0 | 6631 | 0 | 0 | 6631 |
| C6. Uitbreiding van bos en terrestrische open natuur | 2590 | 3343 | 0 | 244 | 0 | 6177 |
| C7. Uitbreiding of omvormig van waterlichamen | 829 | 1390 | 1088 | 26 | 136 | 3469 |
| C8. Uitbreiding of omvorming van het marien ecosysteem | 31 | 0 | 0 | 6 | 0 | 37 |
| Niet verbruikte voorraad | 334135 | 831794 | 111747 | 15701 | 347090 | 1640467 |
| Vorming nieuwe voorraad | 36447 | 15336 | 12808 | 3469 | 37 | 68097 |
| P1. Veranderingen binnen stedelijk en bebouwd gebied | 6343 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6343 |
| P2. Uitbreiding van stedelijk en bebouwd gebied | 30104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 30104 |
| P3. Veranderingen binnen het agro-ecosysteem | 0 | 10637 | 0 | 0 | 0 | 10637 |
| P4. Uitbreiding van het agro-ecosysteem | 0 | 4699 | 0 | 0 | 0 | 4699 |
| P5. Omvorming binnen bos en terrestrische open natuur | 0 | 0 | 6631 | 0 | 0 | 6631 |
| P6. Uitbreiding van bos en terrestrische open natuur | 0 | 0 | 6177 | 0 | 0 | 6177 |
| P7. Uitbreiding of omvormig van waterlichamen | 0 | 0 | 0 | 3469 | 0 | 3469 |
| P8. Uitbreiding of omvorming van het marien ecosysteem | 0 | 0 | 0 | 0 | 37 | 37 |
| Reeds bestaande voorraad | 334135 | 831794 | 111747 | 15701 | 347090 | 1640467 |
| Ecosysteemvoorraad 2018 | 370582 | 847130 | 124555 | 19170 | 347127 | 1708564 |
De oppervlaktegegevens in deze analyse moeten met de nodige omzichtigheid worden geïnterpreteerd. De berekeningen gebeurden op basis van Corine, de Europese land cover inventory. Wegens de lage ruimtelijke resolutie van deze landgebruiksgegevens, laat de analyse geen precieze ‘oppervlakteboekhouding’ per ecosysteem toe. Zo moet de oppervlakte ‘agro-ecosysteem’ veeleer worden geïnterpreteerd als ‘oppervlakte waarbinnen het landschap grotendeels bestaat uit agro-ecosystemen (akkers en graslanden)’. In die ruimte kunnen dus ook beperkte oppervlaktes met bebouwing en wegen, bos en natuur of water voorkomen. Een analyse op basis van Vlaamse landgebruiksgegevens met een hogere ruimtelijke resolutie vind je in de fiche Landgebruiksverandering - Landgebruiksbestand Vlaanderen.
BRV. 2018. “Strategische Visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen”. Brussel: Departement Omgeving.
Costanza, Robert, Herman Daly, en Joy Bartholomew. 1991. “Goals, agenda, and policy recommendations for ecological economics”. In Costanza, R. (redacteur) Ecological Economics: The Science and Management of Sustainability, 1–20. New York: Columbia University Press.
Costanza, Robert, en Herman E. Daly. 1992. “Natural Capital and Sustainable Development”. Conservation Biology 6 (1): 37–46. http://www.jstor.org/stable/2385849.
Daily, Gretchen C., Tore Söderqvist, Sara Aniyar, Kenneth J. Arrow, Partha Dasgupta, Paul R. Ehrlich, Carl Folke, e.a. 2000. “The value of nature and the nature of value”. Science 289 (juli): 395–96. https://doi.org/10.1126/science.289.5478.395.
EEA. 2006. “Land accounts for Europe 1990 – 2000. Towards integrated land and ecosystem accounting. (EEA Report 11/2006).” Kopenhagen: European Environment Agency.
———. 2018. “Natural capital accounting in support of policy making in Europe. A review based on EEA ecosystem accounting work. (EEA Report 26/2018).” Kopenhagen: European Environment Agency.
Ekins, Paul. 1992. “A four-capital model of wealth creation.” In Real-life Economics, onder redactie van Paul Ekins, 147–55. Londen: Routledge.
- Periodiciteit: zesjaarlijks - Volgende update: 2025 - Databereik: 1990-2018
Corine bevat voor heel Europa gebiedsdekkende gegevens over 44 types van bodembedekking en landgebruik. Hiervan komen er 31 in Vlaanderen voor (zie Tabel 3, Corine niveau 3). Voor deze analyse werden ze gegroepeerd in 5 ecosysteemklassen (zie Tabel 3, NARA niveau 1). Die indeling is gebaseerd op een ecosysteemtypologie voorgesteld door de Europese Commissie (Maes e.a. 2013, 2018) en de richtlijnen van de Copernicus Land Monitoring Service. Met ArcGIS werden de Corinegegevens voor het Vlaams Gewest geselecteerd en werd het Belgisch deel van de Noordzee toegevoegd. Voor de rekening/indicator Ecosysteemvoorraad (stock account) is het aantal pixels (hectare) per ecosysteemklasse berekend voor de jaren 1990 en 2018. Voor de rekening/indicator Ecosysteemverandering (flow account) is op basis van dezelfde data een kruistabel berekend en omgezet in een Sankey-stroomschema dat aangeeft welke ecosysteemklassen in welke zijn veranderd. De structuur van de rekening is gebaseerd op een voorstel van het Europees Milieuagentschap (EEA 2006a, 2018).
| Code | Corine niveau 3 | Corine niveau 2 | Corine niveau 1 | MAES | NARA niveau 2 | NARA niveau 1 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 111 | Continuous urban fabric | Urban fabric | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 112 | Discontinuous urban fabric | Urban fabric | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 121 | Industrial or commercial units | Industrial, commercial and transport units | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 122 | Road and rail networks and associated land | Industrial, commercial and transport units | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 123 | Port areas | Industrial, commercial and transport units | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 124 | Airports | Industrial, commercial and transport units | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 131 | Mineral extraction sites | Mine, dump and construction sites | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 132 | Dump sites | Mine, dump and construction sites | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 133 | Construction sites | Mine, dump and construction sites | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 141 | Green urban areas | Artificial, non-agricultural vegetated areas | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 142 | Sport and leisure facilities | Artificial, non-agricultural vegetated areas | Artificial surfaces | Urban | Stedelijk en bebouwd gebied | Stedelijk en bebouwd gebied |
| 211 | Non-irrigated arable land | Arable land | Agricultural areas | Cropland | Akker | Agro-ecosysteem |
| 222 | Fruit trees and berry plantations | Permanent crops | Agricultural areas | Cropland | Akker | Agro-ecosysteem |
| 231 | Pastures | Pastures | Agricultural areas | Grassland | Grasland | Agro-ecosysteem |
| 242 | Complex cultivation patterns | Hetergeneous agricultural areas | Agricultural areas | Cropland | Akker | Agro-ecosysteem |
| 243 | Land principally occupied by agriculture, with significant areas of natural vegetation | Hetergeneous agricultural areas | Agricultural areas | Cropland | Akker | Agro-ecosysteem |
| 311 | Broad-leaved forest | Forests | Forests and semi-natural areas | Woodland and forest | Bos | Bos en terrestrische open natuur |
| 312 | Coniferous forest | Forests | Forests and semi-natural areas | Woodland and forest | Bos | Bos en terrestrische open natuur |
| 313 | Mixed forest | Forests | Forests and semi-natural areas | Woodland and forest | Bos | Bos en terrestrische open natuur |
| 321 | Natural grasslands | Scrub and/or herbaceous vegetation associations | Forests and semi-natural areas | Grassland | Grasland | Bos en terrestrische open natuur |
| 322 | Moors and heathland | Scrub and/or herbaceous vegetation associations | Forests and semi-natural areas | Heathland and shrub | Heide en landduin | Bos en terrestrische open natuur |
| 324 | Transitional woodland-shrub | Scrub and/or herbaceous vegetation associations | Forests and semi-natural areas | Woodland and forest | Bos | Bos en terrestrische open natuur |
| 331 | Beaches, dunes, sands | Open spaces with little or no vegetation | Forests and semi-natural areas | Sparsely vegetated areas | Kustduin en strand | Bos en terrestrische open natuur |
| 411 | Inland marshes | Inland wetlands | Wetlands | Wetlands | Moeras | Bos en terrestrische open natuur |
| 412 | Peat bogs | Inland wetlands | Wetlands | Wetlands | Moeras | Bos en terrestrische open natuur |
| 421 | Salt marshes | Maritime wetlands | Wetlands | Marine inlets and transitional waters | Estuarium | Zoetwater en estuarium |
| 423 | Intertidal flats | Maritime wetlands | Wetlands | Marine inlets and transitional waters | Estuarium | Zoetwater en estuarium |
| 511 | Water courses | Inland waters | Water bodies | Rivers and lakes | Zoetwater | Zoetwater en estuarium |
| 512 | Water bodies | Inland waters | Water bodies | Rivers and lakes | Zoetwater | Zoetwater en estuarium |
| 522 | Estuaries | Marine waters | Water bodies | Marine inlets and transitional waters | Estuarium | Zoetwater en estuarium |
| 523 | Sea and ocean | Marine waters | Water bodies | Marine | Zee | Zee |
De landgebruikskaarten van de Corine status layers hebben een resolutie van 100 x 100 m. De gemiddelde thematische nauwkeurigheid van de status layers is volgens de Copernicus Land Monitoring Service hoger dan 85%. Een validatie van de Corine status layer van 2000 kwam uit op een gemiddelde nauwkeurigheid van 87% +/- 0.8% met hogere of lagere percentages voor de verschillende klassen. De meeste onnauwkeurigheden betreffen verschillen binnen de subklassen van Corine niveau 1, bijvoorbeeld tussen verschillende types agricultural areas of tussen verschillende types forests and semi-natural areas (EEA 2006b). Doordat de minimum mapping unit 25 ha bedraagt voor vlakvormige elementen en 100 m breedte voor lijnvormige, zijn de data minder geschikt voor precieze oppervlakteberekeningen of voor de analyse van kleinschalig landgebruik zoals verspreide bebouwing, lintbebouwing of kleine natuursnippers. Om die reden worden de gegevens in het Natuurrapport 2020 enkel gebruikt voor de analyse van ecosysteemveranderingen volgens 5 klassen over een periode van meer dan 25 jaar. De nauwkeurigheid van de veranderingen tussen 1990 en 2018 voor de verschillende veranderingsklassen (bv. van agro-ecosysteem naar stedelijk en bebouwd gebied) is niet bekend.
Broncode indicator: d1_landgebruiksverandering_ecosysteemvoorraad_cor.Rmd - Basisdata: datastg.tsv, datasta.tsv, dataflg.tsv, dataflgcode.tsv, datafla.tsv, datacls.tsv - Metadata basisdata: datastg.yml, datasta.yml, dataflg.yml, dataflgcode.yml, datafla.yml, datacls.yml
EEA. 2006a. “Land accounts for Europe 1990 – 2000. Towards integrated land and ecosystem accounting. (EEA Report 11/2006).” Kopenhagen: European Environment Agency.
———. 2006b. “The thematic accuracy of Corine land cover 2000 - Assessment using LUCAS — European Environment Agency”. Publication 7/2006. Copenhague: European Environment Agency. https://www.eea.europa.eu/publications/technical_report_2006_7.
———. 2018. “Natural capital accounting in support of policy making in Europe. A review based on EEA ecosystem accounting work. (EEA Report 26/2018).” Kopenhagen: European Environment Agency.
Maes, J., A. Teller, M. Erhard, B. Grizzetti, J. I. Barredo, M. L. Paracchini, F. Somma, e.a. 2018. Mapping and assessment of ecosystems and their services: An analytical framework for ecosystem condition: Discussion paper – Final. Luxemburg: Publications office of the European Union.
Maes, J., A. Teller, M. Erhard, C. Liquete, L. Braat, P. Berry, B. Egoh, e.a. 2013. “Mapping and assessment of ecosystems and their services. An analytical framework for ecosystem assessments under action 5 of the EU Biodiversity Strategy to 2020”. Luxembourg: Publications office of the European Union.