De open ruimte, en vooral de natuurlijke ruimte, is sterk versnipperd in Vlaanderen.
Figuur 1. Meff-score van de natuur en de onbebouwde ruimte in 2016. De score geeft aan hoeveel hectare (ha) vrije bewegingsruimte een soort heeft binnen elk hok van 1 km². De score daalt naarmate de versnipperingsgraad stijgt. Deze figuur verwijst naar figuur 36 in het Natuurrapport 2020.
Versnippering of fragmentatie is het opdelen van het leefgebied van soorten in verschillende kleinere gebieden door een barrière die de uitwisseling van soorten tussen de deelgebieden verhindert of vermindert. De Meff-indicator (effective mesh size) integreert de grootte van de deelgebieden en de connectiviteit en wordt op Europese schaal gebruikt om de versnipperingsgraad van het landschap op te volgen (EEA 2011). Hoe hoger de Meff-score, hoe lager de versnippering van het landschap.
Figuur 1 geeft de versnipperingsgraad per kilometerhok voor de natuur en onbebouwde ruimte in Vlaanderen. De berekeningen zijn gebaseerd op de landgebruikskaart van 2016 (zie Landgebruiksverandering - Ecosysteemvoorraad Landgebruiksbestand Vlaanderen) en de kaarten van het (spoor)wegennet en de waterlopen. De onbebouwde ruimte groepeert alle landgebruikscellen die geen gebouwen, infrastructuur of afgedekte bodem zijn. Natuur omvat de ‘natuurlijke’ ecosystemen heide, moeras, bos, kustduin, halfnatuurlijk grasland en slik en schor. Water vormt in beide gevallen een barrière.
De analyse bevestigt de hoge versnipperingsgraad van de open ruimte en vooral van de natuurlijke ruimte. Op enkele uitzonderingen na, in het noorden en oosten van Vlaanderen, komen er geen grote aaneengesloten natuurzones voor (Figuur 2). In 85 procent van de hokken is de bewegingsruimte voor soorten in de natuurlijke ruimte kleiner dan 5 hectare (Figuur 1). De kaart van de onbebouwde ruimte illustreert de sterke versnippering van de Vlaamse ruit en rond enkele stedelijke kernen daarbuiten. De grote aaneengesloten zones vallen grotendeels samen met intensieve landbouwgebieden. Voor de onbebouwde ruimte is slechts 8 procent van de hokken kleiner dan 5 hectare.
Het Europees Milieuagentschap berekent een Europese versnipperingsindex die vergelijkbaar is met de Meff voor de onbebouwde ruimte. Daaruit blijkt dat België na Malta de sterkst versnipperde lidstaat is en dat de versnippering tussen 2009 en 2015 nog toenam (EEA 2019).
Figuur 2. Meff-score van de natuur en de onbebouwde ruimte in 2016. Deze figuur verwijst naar figuur 36 in het Natuurrapport 2020.
EEA. 2011. “Landscape fragmentation in Europe. Joint EEA-FOEN report”. Kopenhagen: European Environment Agency.
EEA. 2019. “Landscape fragmentation pressure and trends in Europe. In: EEA indicators.” https://www.eea.europa.eu/data-and-maps/indicators/mobility-and-urbanisation-pressure-on-ecosystems-2/assessment.
- Periodiciteit: eenmalig - Volgende update: onbekend - Databereik: 2016
De Meff (Mean EFFective mesh size of gemiddelde effectieve maasgrootte) is een maat voor de grootte van de mazen in het ecologische netwerk (EEA 2011; Schneiders, De Reu, en Wils 2019). Het is een maat voor de habitatvlek waarbinnen beweging van één punt naar een ander punt in het landschap mogelijk is. Meff is met andere woorden de maasgrootte waarbinnen een organisme zich nog vrij kan bewegen en wordt berekend in km²:
De Meff wordt berekend voor de onbebouwde ruimte en voor de natuurlijke ruimte. De onbebouwde ruimte groepeert alle landgebruikscellen die geen gebouwen, infrastructuur of afgedekte bodem zijn. Natuur omvat de ‘natuurlijke’ ecosystemen heide, moeras, bos, kustduin, halfnatuurlijk grasland en slik en schor. De landgebruikskaart 2016 vormt de basis voor de afbakening van de onbebouwde en natuurlijke ruimte. De landgebruikskaart is gebaseerd op het landgebruiksbestand Vlaanderen 2016 (Poelmans, Janssen, en Hambsch 2019). Dit bestand bestaat uit vier thematische lagen: de bodembedekking (niveau 1), verstedelijkt landgebruik (niveau 2), multifunctioneel landgebruik (niveau 3) en haventerreinen en militaire domeinen (niveau 4). De bodembedekkingslaag vormt de basis van de landgebruikskaart, maar werd licht aangepast voor het Natuurrapport 2020 (Zie Landgebruiksveranderingen - Ecosysteemvoorraad Landgebruiksbestand Vlaanderen).
Tabel 1 geeft een overzicht van de indeling van de klassen van de landgebruikskaart voor de afbakening van de onbebouwde ruimte en natuur. Permanente cultuurgraslanden en ‘Overig laag groen’ die onder natuurbeheer vallen, worden tot natuur gerekend. De percelen onder natuurbeheer zijn alle percelen die eind 2016-begin 2017 in beheer en/of eigendom waren van de erkende terreinbeherende verenigingen (Natuurpunt, Limburgs Landschap en vzw Durme) en de domeinbossen, militaire domeinen en natuurdomeinen die beheerd worden door het Agentschap voor Natuur en Bos (patrimoniumdatabank 2017).
Landgebruiksklasse | Onbebouwde ruimte | Natuur |
---|---|---|
Ruigte | x | x |
Struweel | x | x |
Loofbos | x | x |
Populieren | x | x |
Naaldbos | x | x |
Alluviaal bos | x | x |
Halfnatuurlijk grasland | x | x |
Heide | x | x |
Kustduin | x | x |
Moeras | x | x |
Slik en schorre | x | x |
Akker | x | |
Niet geregistreerde landbouw | x | |
Hoogstam boomgaard | x | |
Laagstam boomgaard | x | |
Cultuurgrasland permanent | x | indien onder natuurbeheer |
Gebouw | ||
Overig laag groen | x | indien onder natuurbeheer |
Overig hoog groen | x | |
Weg | ||
Spoorweg | ||
Water | ||
Overig | ||
Overgangswater | ||
Marien |
Barrières zoals (spoor)wegen en waterlopen delen de habitatvlekken van de onbebouwde en natuurlijke ruimte verder op in kleinere fragmenten. Voor de wegen die als barrière fungeren worden de autosnelwegen en wegen met gescheiden rijbanen geselecteerd uit het wegenregister 2019. De vectorlaag met de spoorwegen is afkomstig uit de Mercator databank 2006. Voor de waterlopen worden de bevaarbare waterlopen en de onbevaarbare waterlopen van eerste categorie uit de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA 2019) geselecteerd. Alle vectorkaarten worden omgezet naar rasters met een resolutie van 10 m.
De Meff-score is berekend op basis van de landgebruikskaart. De validatie van de landgebruikskaart toont aan dat de betrouwbaarheid van de klasse ‘overig’ laag is (zie Landgebruiksveranderingen - Validatie). ‘Overig’ blijkt vaak onterecht geklasseerd te zijn als laag groen en vise versa. Vooral in droge periodes wordt heel wat laag groen niet herkend en onterecht geklasseerd als ‘overig’. Aangezien ‘overig’ geen deel uitmaakt van de onbebouwde ruimte of natuur en laag groen wel, beïnvloeden de foute classificaties de uitkomst van de Meff-berekening. Vooral wanneer de Meff vergeleken wordt tussen verschillende jaren, moeten de resultaten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.
Broncode indicator: d2_versnippering_meff.Rmd - Basisdata: data.tsv - Metadata basisdata: data.yml
EEA. 2011. “Landscape fragmentation in Europe. Joint EEA-FOEN report”. Kopenhagen: European Environment Agency.
Poelmans, Lien, Liliane Janssen, en Lorenz Hambsch. 2019. “Landgebruik en ruimtebeslag in Vlaanderen, toestand 2016, uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.” Mol: VITO.
Schneiders, Anik, Jeroen De Reu, en Carine Wils. 2019. “Fragmentatie-indicator voor Vlaanderen: Technisch achtergondrapport voor de natuurverkenning 2050. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2019 (5)”. Brussel: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. 10.21436/inbor.15785181.