Behoud en herstel van de Europese zwarte populier in Vlaanderen
- Hoe herken ik een zwarte populier?
- Hoe zeldzaam is de zwarte populier?
- Welke regio komt in aanmerking voor herintroductie en herstelprojecten?
- Bestaan er richtlijnen omtrent de geschiktheid van het genetisch materiaal?
- Waar kan men als particulier geschikt plantgoed aankopen?
- Aan welke vereisten moet de standplaats voldoen?
- Kan er beheeradvies gegeven worden?
- Is Europese zwarte populier gevoelig voor roestziekte?
- Is Europese zwarte populier geschikt voor houtproductie?
Hoe herken ik een Europese zwarte populier?
Een Europese zwarte populier is niet altijd makkelijk te onderscheiden van een Canadapopulier. Vooral het onderscheid met de Canadapopulieren “Marilandica” en “Serotina” die voor 75 % bestaan uit genetisch materiaal van een zuivere zwarte populier, is moeilijk te maken. Bij Canadapopulier zijn de twijgen meestal hoekig, gegroefd en bezet met lijsten terwijl deze van de zwarte populier eerder rond zijn. Het blad van een zwarte populier is ruitvormig, dat van een Canadapopulier is driehoekig tot ruitvormig. Aan de bladvoet zijn er twee klieren aanwezig bij de Canadapopulier. Deze klieren zijn niet aanwezig bij de zwarte populier. Bij de zwarte populier komen de twee onderste zijnerven samen met de hoofdnerf aan de bladsteel onderaan de bladvoet. Bij de Canadapopulier is er nog een kleine ruimte tussen de plaats waar de bladsteel samenkomt met de bladvoet en de eerste zijnerven. In tegenstelling tot zwarte populier, wordt Canadapopulier zelden aangetast door galvormende bladluizen. De aanwezigheid van gallen aan de bladsteel is dus vooral een kenmerk van zwarte populier. De cultuurvariëteit Populus nigra cv. Italica of kaarspopulier is te herkennen aan de smalle (fastigiate) kroonvorm. De kaarspopulier is een zuivere zwarte populier, waarschijnlijk een mutant van een zwarte populier afkomstig van de Balkan regio.
Hoe zeldzaam is de Europese zwarte populier?
De Europese zwarte populier is zeldzaam in Vlaanderen en de overlevingskansen van de soort zijn heel erg laag. Natuurlijke populaties zijn volledig verdwenen; de soort komt enkel nog voor onder vorm van verspreide, geïsoleerde en meestal oude exemplaren. Verjonging via zaad wordt zelden waargenomen. Indien er toch jonge zaailingen gevonden worden in de buurt van een zwarte populier, zijn die meestal het resultaat van een kruising met de Canadapopulier. Dit komt omdat er veel meer pollen in de lucht aanwezig zijn van de Canadapopulier dan van de zwarte populier. Met de genetische diversiteit van de zwarte populier is het helemaal slecht gesteld. Genetisch onderzoek uitgevoerd aan het INBO van een 400-tal oude Belgische zwarte populieren wees uit dat er maar een handvol genetisch verschillende exemplaren aanwezig waren. De meeste zwarte populieren zijn te vinden in de IJzervallei (in de omgeving van Poperinge, Diksmuide en Veurne). Daar komen er nog enkele honderden voor. Ze zijn allen vrouwelijk en vertegenwoordigen echter maar drie genetisch verschillende exemplaren of klonen. In de Denderstreek komen ook nog enkele tientallen zwarte populieren voor (in de omgeving Lessen en Ath). Verder zijn er nog enkele exemplaren te vinden in de Scheldevallei en de Maasvallei. De zeer geringe genetische diversiteit, het uitblijven van verjonging via zaad en de hoge ouderdom van de resterende individuen maken dat de zwarte populier waarschijnlijk zal uitsterven in Vlaanderen wanneer geen acties worden ondernomen.
Welke regio komt in aanmerking voor herintroductie en herstelprojecten?
De Europese zwarte populier is een typische soort van zachthout-ooibossen, bossen die vroeger van nature voorkwamen langs oevers van dynamische rivieren. Daarom zijn de relicten nu nog te vinden in de valleien van de IJzer, Dender, Schelde en Maas. De Gemeenschappelijke Maas is de enige rivier in Vlaanderen waar de natuurlijke rivierdynamiek opnieuw wordt hersteld en waar oeverbanken en grindbanken voorkomen die spontaan door populier kunnen worden gekoloniseerd. Hier heeft het dus zin opnieuw zwarte populier te introduceren omdat de soort zich hier verder kan voortplanten en zo opnieuw kan bijdragen tot de ontwikkeling van ooibossen. Onderzoek wees uit dat de zwarte populier het Grensmaasgebied niet spontaan zal koloniseren. Een herintroductie is hier noodzakelijk om de soort van uitsterven te behoeden. In 2001 en de jaren daarna, werden Europese zwarte populieren geplant langs de Gemeenschappelijke Maas. Dit had tot doel hier een bronpopulatie te creëren voor herstel van zachthout-ooibos met zwarte populier als sleutelsoort. Deze bomen hebben nu een leeftijd bereikt waarop ze zaden produceren die succesvol uitgroeien tot zuivere Europese zwarte populieren op de grindbanken. Voor de meeste andere Vlaamse riviersystemen ontbreekt de rivierdynamiek en zijn er geen of zo goed als geen kansen voor de zwarte populier om zich via zaad voort te planten en opnieuw populaties op te bouwen.
Uiteraard is het altijd zinvol om hier en daar, ook buiten de vallei van de Grensmaas, zwarte populier aan te planten als knotboom, houtwal of klein landschapselement. Dit is een vorm van genenbewaring en verrijkt het landschap en de biodiversiteit.
Bestaan er richtlijnen omtrent de geschiktheid van het genetisch materiaal?
Bij aanplant van zwarte populier is het aan te raden plantmateriaal te gebruiken uit België. Aangezien de genetische diversiteit van de Belgische relictindividuen heel beperkt is, wordt materiaal uit geografisch aangrenzende Franse, Duitse of Nederlandse gebieden ook geschikt geacht. Zo werd voor het herintroductieproject langs de Gemeenschappelijke Maas ook materiaal aangeplant uit naburige Duitse, Nederlandse en Franse populaties uit het stroomgebied van de Rijn. De Rijn is zoals de Maas ook een grind- en regenrivier. Het is heel sterk af te raden om de fastigiate cultivar Populus nigra cv. Italica of de Italiaanse kaarspopulier aan te planten nabij de Gemeenschappelijke Maas. Deze mannelijke kloon afkomstig uit de Balkan regio wordt veel aangeplant als windsingel maar hoort niet thuis in natuur- en bosgebieden. De aangeplante exemplaren van de kaarspopulier vertegenwoordigen slechts één kloon of genotype en verspreiden massaal hun pollen waardoor ze bij bestuiving zorgen voor een sterke vermindering van de genetische diversiteit en een verminderde vitaliteit van de nakomelingen. Het is daarom aan te bevelen recente aanplantingen van de Italiaanse kaarspopulier langs de oevers van de rivier te vervangen door autochtone zwarte populier.
Waar kan men als particulier geschikt plantgoed aankopen?
In Vlaanderen is een mengsel van 15 klonen van autochtone Europese zwarte populier onder de naam ‘Belgica01’ en onder het label ‘Plant van hier’ verkrijgbaar bij bosboomkwekers. Door het aanplanten van dit klonenmengsel, wordt het genetisch materiaal van deze relicten verder beschermd. Plantsoen van dit klonenmengsel is geschikt voor kleinschalige landschaps- en natuurontwikkelingsprojecten. De aanplant zal bijdragen tot het behoud van het genetisch materiaal en de overleving van de soort in Vlaanderen. Voor grootschalige herstel- en herintroductieprojecten van soortenrijke ooibossen met zwarte populier, is het aan te bevelen om naast plantsoen van dit klonenmengsel de genetische variatie nog verder uit te breiden met Nederlandse en/of Franse autochtone herkomsten.
Daarnaast is de Italiaanse kaarspopulier, P. nigra cv. Italica, te koop. Soms kan men in Nederland wel nog andere klonen (cultuurvariëteiten) van zwarte populier vinden. Stichting BRONNEN uit Nederland verhandelt in beperkte mate autochtone zwarte populier (herkomst Nederland en Duitsland).
Aan welke vereisten moet de standplaats voldoen?
De voornaamste bodemvereiste is een goed vochthoudende bodem. Indien voldoende water aanwezig, groeit de boom goed op zowel arme grind en zandgrond als rijkere klei en leembodems. De bomen zijn zeer gevoelig voor uitdroging in de eerste jaren na aanplant. Aangezien ze een trage groei kennen in vergelijking met de hybride cultuurpopulier, zijn ze ook gevoelig aan concurrentie met grassen en andere vegetatie. Het gebruik van boomplaten kan hier een oplossing bieden. De schors van de zwarte populier wordt graag gegeten door paarden en runderen. Bescherming tegen vraat van runderen en paarden is aangeraden. Voor jonge boompjes is ook bescherming tegen konijnenvraat aangeraden.
Kan er beheeradvies gegeven worden?
Het is aan te raden zwarte populier te planten op een voldoende vochthoudende bodem, beschermende maatregelen nemen tegen concurrentie met grassen en andere vegetatie en tegen vraat van runderen en konijnen. Eventueel kan men, indien men eerder opgaande bomen wenst, de eerste jaren de onderste takken wegsnoeien.
Is Europese zwarte populier gevoelig voor roestziekte?
Roest veroorzaakt door de roestschimmel Melampsora larici-populina is de belangrijkste en meest verspreide bladziekte bij populier. De eerste symptomen treden op bij het begin of in het midden van de zomer onder de vorm van geel-oranje sporenhoopjes aan de onderzijde van het blad. Zoals de cultuurpopulier is ook de zwarte populier gevoelig voor de roestziekte. Ernstige roestaantastingen zorgen voor groei- en vitaliteitsvermindering. Meestal blijft de infectie en ook de gevolgen binnen de perken.
Is Europese zwarte populier geschikt voor houtproductie?
Neen, de Europese zwarte populier is niet geschikt voor houtproductie.