Publicatiedatum: 2022-04-28T10:00:00+01:00
In 2021 was 19,9% van de steekproefbomen in het Vlaamse bosvitaliteitsmeetnet beschadigd. Zomereik en beuk zijn de belangrijkste boomsoorten met een hoog percentage beschadigde bomen.
Evolutie van het percentage beschadigde bosbomen
Sinds 1985 wordt de gezondheidstoestand van bossen op Europese schaal gemonitord. Eén van de criteria voor het bepalen van de gezondheid van bosbomen is de bladbezetting. Bomen met meer dan 25% blad- of naaldverlies worden als beschadigd beschouwd. Deze indicator geeft aan welk aandeel van de bomen in het bosvitaliteitsmeetnet beschadigd is. De aanwezigheid van veel beschadigde bomen is een indicatie van een weinig evenwichtig bosecosysteem, of met andere woorden, een beperkte boskwaliteit.
Het bosvitaliteitsmeetnet telt 75 proefvlakken. In 2021 werden in deze meetlocaties 1473 steekproefbomen beoordeeld, waarvan 838 loofbomen en 635 naaldbomen. 19,9% van de steekproefbomen is beschadigd. Het aandeel beschadigde bomen is hoger bij loofbomen dan bij naaldbomen en bedraagt respectievelijk 22,8% en 16,2%. Het percentage beschadigde bomen is bij zomereik (27,4%) en beuk (20,9%) hoger dan het algemeen cijfer. Ook het aandeel beschadigde Corsicaanse dennen is hoog (19,4%) (Sioen, Verschelde, en Roskams (2022)).
Een veelheid aan factoren beïnvloedt de bosgezondheid: o.a. atmosferische deposities, klimaatwijziging, bosbeheer en natuurlijke factoren (insecten, schimmels, …). De variabiliteit van het bladverlies heeft bij beuk ook met de mastjaren (= jaren met hoge zaadproductie) te maken. Doorgaans gaat dit met een verminderde bladbezetting gepaard. In 2021 was de zaadproductie beperkt.
De weersomstandigheden waren in 2021 beter dan de voorgaande jaren. 2018 was een uitzonderlijk droog jaar en ook tijdens de zomers van 2019 en 2020 waren er hittegolven en langdurige droogteperioden. In 2021 was er voldoende neerslag. Droogtesymptomen werden niet waargenomen en er was in vergelijking met de voorgaande jaren ook minder stormschade in de proefvlakken. De gunstige weersomstandigheden hebben bij verschillende boomsoorten een verbetering van de bladbezetting teweeggebracht. Er was in 2021 geen vroegtijdige verkleuring of blad-/naaldval door droogte.
Het aandeel beschadigde bomen daalde ten opzichte van 2020. De kroontoestand verbeterde significant voor beuk, Corsicaanse den en een groep ‘overige loofboomsoorten’, een verzameling van minder vertegenwoordigde boomsoorten. Wat zomereik, grove den en Amerikaanse eik betreft, was er geen beduidende verbetering. Er waren verschillende proefvlakken waar, tegen de algemene trend in, een toename van het blad- of naaldverlies werd vastgesteld.
Tot 1995 was er een toename van het percentage beschadigde bosbomen in de Vlaamse bosvitaliteitsinventaris. Daarna werd een verbetering van de toestand genoteerd, met name tussen 2000 en 2008. Vanaf 2009 steeg het aandeel beschadigde bomen weer. Tussen 2012 en 2016 werd een afname waargenomen maar na 2016 steeg het aandeel beschadigde bosbomen bijna jaarlijks tot 2020. In 2021 volgde een verbetering van de algemene toestand.
De verminderende atmosferische deposities (zie Overschrijding kritische stikstofdepositie) en de toenemende aandacht voor duurzaam bosbeheer zijn factoren die tot een verbetering van de bosgezondheid kunnen leiden. De toenemende verandering van het klimaat daarentegen (zie indicatoren i.v.m. ‘Klimaatwijziging’) kan de bosgezondheid verder aantasten.
In 2022 wordt onderzocht hoe de gezondheidstoestand van de bomen in het meetnet verder evolueert.
Toestand in Europa
De Europese cijfers van 2020 werden door het ICP Forests gepubliceerd in het rapport ‘Forest Condition in Europe’(Michel e.a. (2021)). 27 Europese landen rapporteerden gegevens uit 5663 proefvlakken. In totaal werden 102534 bomen beoordeeld. De resultaten van 2021 worden in de loop van 2022 verwacht.
Het aandeel beschadigde bomen bedroeg 28,2%. De gezondheidstoestand van de bossen in Europa veranderde weinig ten opzichte van de voorgaande inventaris. Het aandeel beschadigde bomen was het hoogst bij eik (zomereik/wintereik). Bij de naaldboomsoorten haalde fijnspar de hoogste score.
Het aandeel beschadigde bomen in Europa is al enkele jaren hoger dan het Vlaamse cijfer (25,3% in 2020). Verschillende landen en regio’s in Zuid-, Centraal en Oost-Europa tellen proefvlakken met een hoog blad- of naaldverlies.
Door de droogte in 2018 en later, zijn er ook in andere landen en regio’s vitaliteitsproblemen ontstaan, met bossterfte tot gevolg (o.a. Wallonië, Duitsland, Zwitserland, Tsjechië, Slowakije, Zweden). De langetermijntrends van het blad- of naaldverlies zijn in Europa toenemend. Dat betekent dat de gezondheidstoestand van de bossen tussen 2000 en 2020 verslechterd is.
Het vergelijken van cijfers tussen regio’s en landen onderling moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren. De boomsoortensamenstelling verschilt meestal en er zijn ook verschillen qua bodemeigenschappen, hoogteligging… Omdat bovendien niet overal exact dezelfde beoordelingsmethode gebruikt wordt, is de globale evolutie van de gezondheidstoestand relevanter.
Publicatiedatum: 2022-04-28T10:00:00+01:00
In plaats van een trendmodel is gekozen voor een gam model die een smoother door de punten trekt, en enkel het gemiddeld aantal beschadigde bosbomen per jaar is gebruikt voor de berekening van de index, in plaats van alle waarden van de 75 gemonitorde plots, met elk enkele tot vele bomen. De brondata is dus een percentage per jaar, die verondersteld worden getrokken te zijn uit een normale verdeling, eens gecorrigeerd voor de smoother over de jaren met een k-waarde van 5.
Grote wijzigingen in het aantal beschadigde bosbomen die over meerdere jaren gespreid zijn maken het moeilijk een uniforme trend te berekenen.
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
Brondata Vlaanderen | beschadigde_bosbomen.tsv | beschadigde_bosbomen.yml |
Brondata Europa | vlaanderen_europa.tsv | vlaanderen_europa.yml |