Publicatiedatum: 2022-12-15T10:00:00+01:00
In 2020 is in 35% van de oppervlakte van habitats van Europees belang (± 70.200 ha) een overmatige stikstofdepositie vastgesteld.
Percentage met overschrijding van de KDW voor stikstof van habitats van Europees belang in Vlaanderen
Er is sprake van overmatige stikstofdepositie wanneer er meer
stikstof uit de lucht op de bodem neerslaat dan een habitat verdragen
kan.
Een kritische drempel wordt overschreden. Kwetsbare plantensoorten
verdwijnen en er bestaat een duidelijk risico op verminderde
habitatkwaliteit. Deze kritische depositiewaarde (KDW) is
habitatspecifiek: het ene habitattype is al gevoeliger dan het andere
voor het verzurend en vermestend effect van stikstof.
Deze indicator toont in hoeveel procent van de totale oppervlakte (in Vlaanderen) van alle habitats van Europees belang iedere specifieke kritische depositiewaarde overschreden wordt.
In het coronajaar 2020 zakte de gemiddelde stikstofdepositie tot 20,3 kg N ha-1 jaar-1. De daling in de stikstofdeposities leidde tot een reductie van de habitatoppervlakte met overschrijding van de KDW-waarde. In 2020 kende 35% van de gezamenlijke habitatoppervlakte (± 70.200 ha) een overschrijding, terwijl dit in 1990 nog bijna 90% betrof. Desondanks blijft vermesting voor het merendeel van de habitats van Europees belang een hinderpaal om een goede staat van instandhouding te bereiken (Paelinckx e.a. (2019)).
In de minder gevoelige mariene habitats vond in 2020 zo goed als geen overschrijding van de KDW meer plaats. In graslanden werd de KDW voor stikstof in 28% van de habitatoppervlakte overschreden. In loofbossen is de overschrijding van de KDW in het areaal gezakt naar 33%. In heiden, veengebieden en zoetwaterhabitats werd nog een overschrijding van de KDW vastgesteld in 60-70% van hun areaal. In duingebieden werd de kritische last nog altijd in 54% van de gezamenlijke habitatoppervlakte overschreden.
Wanneer enkel de stikstofgevoelige habitatgroepen beschouwd worden (= zonder mariene habitats), wordt de KDW momenteel in 39% van het habitatoppervlakte overschreden.
Omdat deze indicator op een andere wijze berekend is dan de MIRA indicator ‘Oppervlakte natuur met overschrijding kritische last vermesting en verzuring’, kunnen beide indicatoren niet onderling vergeleken worden.
Publicatiedatum: 2022-12-15T10:00:00+01:00
Jaarlijkse deposities van stikstof worden per kilometerhok gemodelleerd met het depositiemodel VLOPS22, waarbij vertrokken wordt van meteorologische gegevens en binnen-/buitenlandse emissiegegevens over de periode 1990-2020 (bron: https://www.vmm.be/lucht/stikstof/stikstofdepositie). De binnenlands emissiegegevens van NH3 werden verricht met het Emissie Model Ammoniak Vlaanderen EMAV3.0.
Vervolgens dienden de Habitatkaart (De Saeger
e.a. (2020)) en de VLOPS22-depositiekaarten
(resolutie: 1 km x 1 km) als basis om per habitatsubtype de oppervlakte
te berekenen waarin hun specifieke kritische depositiewaarde
overschreden werd. Nadien werden de habitatsubtypen in habitatgroepen
samengebracht waarbij de totale oppervlakte waarin de KDW werd
overschreden tot hun totale areaaloppervlakte (totale oppervlakte van de
habitatsubtypen die bij de vermelde habitatgroep ingedeeld werden)
berekend wordt.
Deze verhouding wordt berekend per habitatgroep en voor de verschillende
jaargangen waarbij de stikstofdepositie berekend werd via VLOPS22.
Doordat telkens alle jaargangen herberekend worden met het meest recente
VLOPS- en EMAV-model verschillen de percentages van vroegere jaren licht
ten opzichte van de vorige update van de indicator.
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
Toestand | overschrijding_stikstofdepositie.tsv | overschrijding_stikstofdepositie.yml |