Nieuws

Terug naar overzicht

Cameravallen in Heverleebos en Meerdaalwoud om everzwijnen op te volgen

Sinds een aantal jaar leven er everzwijnen in de bos- en natuurgebieden ten zuiden van Leuven. Van hieruit verspreiden de dieren verder over de regio. De komst van everzwijnen gaat gepaard met diverse gevoelens. Sommige mensen vinden het fijn als ze weten dat er evers in een gebied voorkomen. Het creëert een soort ‘wildlifegevoel’ en de dieren zorgen door hun gewroet voor een zekere dynamiek in de bodem of in het bos. Anderen zien everzwijnen vooral als een te bejagen of te oogsten soort. En nog andere mensen vrezen de potentiële schade die de zwijnen kunnen veroorzaken, zoals bij een verkeersongeval, door vraat aan landbouwgewassen of door wroetschade in tuinen. “Voor het behouden van een draagvlak voor de aanwezigheid van everzwijnen is het essentieel dat er bij het uitstippelen van het beheer rekening gehouden wordt de verschillende visies en doelstellingen in de maatschappij”, zegt Jim Casaer, senior wetenschapper bij het team Faunabeheer & Invasieve soorten. “Vandaar dat ons team zo sterk inzet op multifunctioneel grofwildbeheer: waar mensen en grote, wilde dieren samenkomen, is het belangrijk dat we onderzoeken hoe diverse groepen van mensen tegen de dieren en het beheer ervan aankijken. Want goed advies voor grofwildbeheer komt er niet wanneer je maar door één bril kijkt. We moeten door meerdere brillen kijken. ”

Overleg met stakeholders is dus essentieel, maar ook het inzetten van diverse onderzoeksmethoden is belangrijk om een goed beheeradvies te kunnen geven. Of het nu gaat om onderzoek met drones, analyses van de populatiekenmerken zoals reproductie en overleving, de inzet van cameravallen en soortherkenning door artificial intelligence (AI) of andere technieken, alle onderzoeksmethoden worden gecombineerd om een goed faunabeheer in Vlaanderen wetenschappelijk te ondersteunen.

De 32 camera’s in en om Meerdaalwoud, Heverleebos en de Dijlevallei moeten een aantal specifieke onderzoeksvragen beantwoorden:

  • Ten eerste is er een methodologische onderzoeksvraag: het plaatsen van cameravallen voor grofwild is niet nieuw. Heel veel jagers en mensen uit de natuursector werken al met dergelijke camera’s, maar het team Faunabeheer & Invasieve soorten wil vooral weten hoe wildcamera’s het best worden ingezet. Wat is de ideale locatie, timing en duurtijd voor het plaatsen van een cameraval? Wat moet je uit de beelden distilleren om relevante steekproeven te hebben? “Met het cameravalonderzoek wil ons team, in samenwerking met onderzoekers van de Uhasselt en internationale collega’s, een goed kader schetsen voor het gebruik van dergelijke monitoringsmethodes. We willen een duidelijk antwoord bieden op het hoe en het wat”, zo stelt Jim Casaer.
  • Ten tweede is er de zoneringsvraag: “Specifiek voor dit onderzoeksgebied willen we kijken of een bepaalde zonering van de jachtdruk een invloed heeft op hoe de everzwijnen zich gaan verdelen”, zegt Jim Casaer. “Als je zones hebt waarin veel gejaagd mag worden en zones waarin minder of niet gejaagd mag worden, zullen de everzwijnen zich dan gaan verdelen? Leren ze bepaalde plekken, zoals landbouwzones, vermijden?”

Wil je meer weten over de cameravallen die het INBO plaatst voor het monitoren van grofwild zoals everzwijnen? Wil je weten waarom everzwijnen niet ‘gewoon gevangen en gezenderd’ kunnen worden? Of ben je benieuwd hoe AI (artificial intelligence) wetenschappers kan helpen bij grofwildbeheer? Luister dan naar de INBO-podcast met Jim Casaer (team Faunabeheer & Invasieve soorten van het INBO) die eind december gelanceerd wordt op onze podcastkanalen.