Sinds de invoering van het kwaliteitskader ventilatie is een meting van de mechanische ventilatiedebieten voor elke ruimte in een residentieel gebouw afzonderlijk verplicht. (Voor niet-residentiële ventilatie is een meting niet vereist). Voor residentiële gebouwen bestaan er drie grote groepen van debietmeetmethodes, zoals beschreven in de norm NBN EN 12599:

• meting in het rechte gedeelte van een kanaal
• meting met een verschildrukvoorziening (die een drukverschil genereert)
• meting ter hoogte van het luchtventiel.

Het gebruik van meetresultaten van de hygiënische ventilatiedebieten kan leiden tot een gunstiger resultaat:

• de m-factor kan verlaagd worden als de gemeten debieten blijk geven van een goede instelling van de mechanische debieten
• de balans (bij systeem D) moet ingerekend worden aan de hand van de gemeten debieten, als er geen continue meting is.

Als het debiet van een ventiel niet werd opgemeten, rapporteert u deze opening met een debiet van 0 m³/h.

U duidt ook aan dat niet alle mechanische debieten gemeten werden.

Werd er geen ventilatieprestatieverslag (VPV) opgemaakt? Dan moet u dit ook zo rapporteren in de EPB-software.

• Energiebesluit: bijlage V (§7.8.6 en bijlage B)
• Energiebesluit: bijlage IX (artikel 5/1)
• MB van 28/12/18: artikel 70(opent in nieuw venster)
• MB van 30/01/17: artikel 20(opent in nieuw venster)