Publicatiedatum: 11/09/2025
In 2023 is het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in werking getreden. In vergelijking met 2020, het oorspronkelijk eindjaar van de vorige GLB-periode, zijn er duidelijke veranderingen te zien.
De stijging van botanisch beheer zet zich verder in 2025 en de oppervlakte ligt daarmee 123% hoger dan in 2020. De andere overeenkomsten blijven verder dalen. Bufferen en verbinden is t.o.v. 2020 gedaald met 31% en soortenbescherming met 52%.
Figuur 1: natuurgerichte beheerovereenkomsten
Figuur 2: aanplant en onderhoud KLE
Deze indicator toont de evolutie van de oppervlakte van cultuurgrond met natuurgerichte beheerovereenkomsten.
Landbouwers kunnen vrijwillig vijf jaar durende beheerovereenkomsten sluiten met de Vlaamse overheid om extra inspanningen te doen voor de natuur en het landschap. In die overeenkomsten staan maatregelen die verdergaan dan het naleven van wettelijke randvoorwaarden en bestaande regelgeving.
De beheerovereenkomsten voor bufferen en verbinden beoogen het bufferen en verbinden van kwetsbare natuurelementen, het verbinden voor soorten (zoals vleermuizen) en het voorzien van nectar en pollen voor bestuivers.
Het onderhoud van kleine landschapselementen (KLE’s) dient voor het onderhoud van houtige landschapselementen. Er zijn verder aparte categorieën voor soortenbescherming en het botanisch beheer van waardevolle graslanden.
Botanisch beheer is in 2025 toegenomen met 273 ha en de oppervlakte ligt 123% hoger dan in 2020. De ontwikkeling van dominant grasland en grassenmix zijn het populairst.
We zien in 2025 een verdere terugval in soortenbescherming (-19% t.o.v. 2024 en -52% t.o.v. 2020). Soortenbescherming wordt enkel gesloten in gebieden die daarvoor aangeduid zijn. Akkervogelmaatregelen zijn het populairst. Het gaat hierbij om faunastroken (841 ha), wintervoedsel (692 ha) en faunagewas (206 ha). Graslandbeheer voor weidevogels gebeurt op 818 ha.
Er is ook een verdere terugval in de beheerovereenkomsten voor bufferen en verbinden (-9% t.o.v. 2024 en -31% t.o.v. 2020). Ruim de helft van de oppervlakte diende voor de aanleg en onderhoud van kruidenrijke akkerranden.
De aanleg en onderhoud van houtige kleine landschapselementen wordt betoelaagd op twee manieren. De aanleg is een niet productieve investering die betoelaagd wordt uit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Het gaat om investeringen die bijdragen aan het verhogen van de biodiversiteit, een verbeterd waterbeheer en het verminderen van erosie. Het onderhoud is een beheerovereenkomst waarvoor de landbouwer een jaarlijkse vergoeding ontvangt. De lengte aan (kap)hagen en heggen met vergoeding is 3,5 procent lager dan in 2020. De oppervlakte van houtkanten met vergoeding is bijna gehalveerd ten opzichte van 2020. Het aantal knotbomen (niet opgenomen in figuur) is sterk toegenomen ten opzichte van 2020.
Publicatiedatum: 11/09/2025
De oppervlaktes worden berekend aan de hand van de contractuele dimensies en doormiddel van GIS-overlay met bepaalde gebiedsinformatie. De jaarlijkse cijfers uit bovenvermelde dataset worden vervolgens uitgezet in grafiek.
Het gaat om een momentopname. De contracten en dus ook de brondata zijn onderhevig aan (kleine) wijzigingen.
Broncode indicator: beheerovereenkomsten.Rmd
Broncode metadata: metadata_beheerovereenkomsten.Rmd
| Beschrijving | Gegevens | Metadata |
|---|---|---|
| Beheerovereenkomsten | beheerovereenkomsten_data.csv | beheerovereenkomsten_data.yml |
| Lengte kleine landschapselementen (KLE) | lengte_kle.csv | lengte_kle.yml |