Van proef naar praktijk: nieuwe rapportage over het Meetnet Agrarische Soorten
Hoe gaat het écht met onze akkervogels, zoals veldleeuwerik en geelgors? En welke maatregelen helpen hen vooruit? Om dat te weten, startte het INBO in 2022 een proefproject voor het Meetnet Agrarische Soorten (MAS). Dit gebeurde in samenwerking met de Vlaamse Landmaatschappij, Natuur en Bos, het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, en met steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.
De proefstudie vond plaats in De Moeren (West-Vlaanderen) en de oostelijke leemstreek (Limburg). Ze bevestigde dat het meetnet technisch en logistiek haalbaar is, mede dankzij de sterke inzet van vrijwilligers. Ze leverde waardevolle gegevens op over akkervogels, die in het rapport onder andere werden onderzocht met een casestudie van de veldleeuwerik. Daarbij werden verschillende analysemethoden getest, waaronder:
- dichtheidsschattingen met correctie voor detectiekans
- ruimtelijke statistische modellen
- modellen die verbanden leggen met omgevingsvariabelen zoals de aanwezigheid van soortbeschermingsmaatregelen, kleine landschapselementen en de grootte van het landbouwperceel
Het project benadrukte ook het belang van blijvende investeringen in een robuuste methodologie, kwaliteitsborging en langetermijnplanning. Daarnaast bemoeilijkt het ontbreken van controlegebieden in oudere datasets een betrouwbare evaluatie van beleidseffecten. Een degelijke evaluatie is met het MAS nu wél mogelijk.
Op basis van deze inzichten verfijnden we het meetnet en breidden het uit in het kader van het MBAG-project. Sinds 2024 worden verspreid over Vlaanderen jaarlijks honderden telpunten opgevolgd om de trends in akkervogelpopulaties nauwkeurig op te volgen en beleidsmaatregelen degelijk te beoordelen.
Beeld boven: gele kwikstaart (foto Johannes Jansen)