Opendatabeleid

Opendatabeleid

Waarom open data?

In zijn missie geeft het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) aan dat het inzicht wil geven in natuur en bos via kwaliteitsvol onderzoek, om zo het beleid voor een duurzame samenleving te onderbouwen. Deze missie vertaalt zich in de strategische doelstellingen ter ondersteuning van regeringsinitiatieven, partners uit beleid en maatschappij, en de implementatie van een Europese biodiversiteitsstrategie.

In de operationele werking van het instituut worden deze strategische doelstellingen nagestreefd door wetenschappelijk onderzoek en monitoring uit te voeren die hun output kennen in wetenschappelijke artikels, rapporten en adviezen die beleid en maatschappij ondersteunen in beheers- en beleidskeuzes. Maar, voor zowel interne als externe spelers zijn niet enkel het uiteindelijk advies, rapport of wetenschappelijke artikel van belang, maar ook de data waarop deze zijn gebaseerd. Het openstellen van de data draagt niet enkel bij tot de transparantie van de werking van het INBO, maar heeft ook een belangrijke maatschappelijke, wetenschappelijke en soms commerciële meerwaarde voor derden. Deze data openbaar, gedocumenteerd en voor vrij gebruik - met andere woorden als open data - ter beschikking stellen is dan ook essentieel om de strategische doelstellingen te concretiseren. Daarom is het INBO sinds 2015 een opendata-instituut, waarbij open de norm is.

Richtlijnen van het opendatabeleid

Een opendata-instituut heeft een duidelijk opendatabeleid nodig. Ons opendatabeleid bestaat uit de volgende 10 richtlijnen:

1. Alle wetenschappelijke data waar het INBO (mede)eigenaar van is, vallen onder dit beleid en kunnen als open data ontsloten worden, met toepassing van de wettelijke uitzonderingsgronden.

Wetenschappelijke data waar het INBO (mede)eigenaar van is, vallen onder dit beleid. Externe data waar het INBO toegang toe heeft, maar geen (mede)eigenaar van is, vallen enkel onder dit beleid indien ontsluiting als open data contractueel is vastgelegd of als de andere partij hiermee schriftelijk akkoord gaat. Voor nieuwe opdrachten wordt contractueel vastgelegd dat het INBO (mede) eigenaar wordt van de bekomen data en zij het recht heeft deze te ontsluiten volgens de eigen richtlijnen.
Het INBO hanteert voor het ontsluiten van data de wettelijke uitzonderingsgronden voor openbaarmaking van milieu-informatie (decreet van 26 maart 2004, artikel 15), zoals de bescherming van milieu, persoonsgegevens en vertrouwelijke gegevens. Deze uitzonderingen worden toegepast op specifieke attributen van een dataset (bv. geografische coördinaten), nooit op de dataset als geheel, bij voorkeur door anonimiseren of reduceren van de precisie en worden gedocumenteerd in de metadata

2. Data komen ten vroegste 12 maanden na het verzamelen in aanmerking voor ontsluiting.

Dit embargo geldt op recordniveau: voor langlopende projecten kan een subset van een groeiende dataset al tijdens het verzamelen ontsloten worden. Het in aanmerking komen voor ontsluiting betekent niet automatisch dat de data ontsloten zullen worden: dit hangt af van prioritering. Onderzoekers of projecten (zoals LifeWatch) kunnen actief beslissen om de data al vroeger te ontsluiten.

3. Ruwe data worden ontsloten.

Verzamelde data in bruikbare vorm (bv. soortwaarnemingen en metingen) zijn ruwe data. Ze hebben het potentieel voor verscheidene onderzoeksvragen of doeleinden gebruikt te kunnen worden. Ruwe data komen in aanmerking voor ontsluiting indien er 1) vraag naar is en/of 2) een geschikte infrastructuur voor is, zoals GBIF voor waarnemings- en taxonomische data, GenBank of gelijkaardig voor genetische data, en GeoPunt voor belangrijke GIS lagen. De ontsluiting van de ruwe data worden jaarlijks geprioriteerd en ingepland.

4. Resultaatdata die geassocieerd zijn met een wetenschappelijk artikel, rapport of advies worden ontsloten bij publicatie.

Geassocieerde resultaatdata zijn data die gebruikt worden voor en/of besproken worden in een publicatie. In tegenstelling tot ruwe data hebben ze vaak een aantal transformaties (bv. aggregaties, analyses) ondergaan. Bij de publicatie van een wetenschappelijk artikel, rapport of advies worden deze data mee ontsloten, zelfs al zou het embargo (zie punt 2) nog van toepassing zijn. De data worden in principe ontsloten via een data repository en er wordt vanuit de publicatie gerefereerd naar de publieke data. Indien van toepassing, kan ook naar reeds gepubliceerde ruwe data verwezen worden.

5. Data worden ontsloten als open data, zoals gedefinieerd in de Open Definition, onder de Creative Commons Zero verklaring.

Alle data worden ontsloten volgens de Open Definition, die onder andere stelt dat deze voor iedereen vrij toegankelijk, te verspreiden en (her)bruikbaar zijn. De data worden ontsloten onder een Creative Commons Zero (CCO) verklaring, waarbij afstand wordt gedaan van eventuele intellectuele rechten en de data in het publiek domein geplaatst worden. Deze verklaring is juridisch de meest geschikte voor het type data dat het INBO hanteert.

6. Er wordt in gepubliceerde datasets steeds verwezen naar de INBO normen voor datagebruik.

Daar geen auteursrechten bestaan op feitelijke data(*), kunnen geen gebruiksvereisten afgedwongen worden op dergelijke publieke data. Wel maakt het INBO haar wensen betreft citatie en datagebruik - vooral dan in een wetenschappelijke context - kenbaar via normen. Voor alle gepubliceerde datasets wordt naar deze normen verwezen.

7. Ontsloten data worden steeds voldoende gedocumenteerd met metadata.

Metadata beschrijven een dataset en vermelden onder andere contactpersonen, methodologie, en taxonomische, temporale en geografische scope. Ze helpen de gebruikers van de data deze beter te begrijpen. Alle ontsloten data worden steeds gedocumenteerd met metadata. Het formaat en de uitgebreidheid van de metadata hangen af van de vereisten van het platform (GBIF, GenBank, Dryad, etc.) waarop deze wordt gepubliceerd.

8. Voor alle onderzoeksprojecten wordt een data management plan (DMP) opgesteld.

Een data management plan (DMP) beschrijft op welke manier onderzoeksdata beheerd, gedocumenteerd en gedeeld gaan worden. Het DMP dient opgesteld te worden in de beginfase van een onderzoeksproject. De opbouw en inhoud van het DMP zijn afhankelijk van de projecteigenschappen en de richtlijnen van projectpartners en/of financierder.

9. Onderzoekers passen het open data beleid toe.

Het naleven van het open data beleid wordt opgenomen als algemene doelstelling in de jaarlijkse planning en evaluatie van onderzoekers.

10. Het IDC ondersteunt de onderzoekers in de toepassing van het opendatabeleid.

Het INBO Informatie & Datacenter (IDC) implementeert het opendatabeleid en 1) zorgt voor de nodige ondersteuning en tools om open data te publiceren, 2) faciliteert het schrijven van data papers, en 3) helpt in het standaardiseren van data en metadata, gebruik makend van internationaal aanvaarde standaarden.

Besluit

Open data is de norm voor alle openbare instellingen in Vlaanderen en België. Ook de Europese commissie onderschrijft het belang van open data, zowel in het kader van bestuurlijke informatie als bij de ondersteuning van onderzoeksprojecten. Binnen de wetenschappelijke gemeenschap kadert het publiceren van onderzoeksdata in de bredere transitie naar open access en open science. Het INBO hoopt met dit open data beleid een belangrijke stap te zetten naar meer transparant en toegankelijk onderzoek in Vlaanderen inzake natuur en biodiversiteit.

Citatie

Deze pagina is gepubliceerd onder een Creative Commons Attribution licentie. U kan ze citeren als: Desmet P, Brosens D, Du Seuil D, Goossens B, Van Hoey S (2014) Opendatabeleid van het INBO. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). https://www.vlaanderen.be/inbo/opendatabeleid/

Gerelateerd

(*) Voor data kunnen er drie types intellectuele rechten gelden: het auteursrecht, het databankenrecht en het sui generis databankenrecht. Voor feitelijke data zijn de eerste twee niet van toepassing, vermits de data geen creatie zijn van de menselijke geest en bij publicatie gebruik wordt gemaakt van een gestandaardiseerde en/of open structuur. Ook het sui generis databankenrecht is niet altijd en overal van toepassing: het geldt enkel in sommige (vooral Europese) jurisdicties, wanneer de eigenaar een substantiële investering heeft gemaakt in het samenbrengen van de data én de gebruiker een wezenlijk deel van deze data wil gebruiken. Door gebruik te maken van een CC0 verklaring doet de eigenaar waar juridisch mogelijk afstand van deze (dus veelal beperkte) rechten of - wanneer het niet mogelijk is om afstand te doen van bepaalde (bv. morele) rechten - verklaart hij hier geen gebruik van te maken. Hierdoor worden de data in het publiek domein geplaatst en kan eenieder hier vrij gebruik van maken.

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}