Pers

Terug naar overzicht
Mechelen, Brussel

Regelmatig vlinders tellen loont


Met de eerste warme lentedagen verschijnen ook de eerste vlinders weer. Naast het jaarlijkse Vlinderweekend organiseert Natuurpunt sinds 2007 ook maandelijkse tellingen van dagvlinders in tuinen. In 1878 Vlaamse tuinen werden de voorbije jaren op herhaalde basis vlinders geteld: tellers noteerden 104 verschillende soorten dag- en nachtvlinders. De meest voorkomende vlinder in de tuinen is het klein koolwitje. Alle resultaten van 13 jaar tellen werden uitgebreid geanalyseerd in een samenwerking tussen Natuurpunt en het INBO, in het kader van het Natuurrapport 2020. 

Samen met de start van het eerste Vlinderweekend in 2007 werd ook een project opgezet rond maandelijkse tellingen. Een deel van de tellers rapporteerde sindsdien op meer regelmatige basis cijfers over de vlinders in hun tuin door per maand het maximum aantal individuen per soort in hun tuin te noteren. Ze beschreven ook hun tuin op basis van vlindervriendelijke kenmerken zoals nectaraanbod of de aanwezigheid van wilde hoekjes. 

Al deze citizen science gegevens uit de periode 2007-2019 werden nu uitgebreid geanalyseerd en gepubliceerd in een rapport. Hierbij werd ook de invloed van de omgeving van de tuin en de natuurlijkheid en de verstedelijkingsgraad van het omliggende landschap onderzocht.

In totaal werd er tussen 2007 en 2019 in 1878 tuinen geteld met in de beginjaren zo’n 500 tuinen per jaar. Tijdens de laatste jaren was dat aantal gezakt tot een 100-tal tuinen. Het project focuste op dagvlinders en enkele dag-actieve nachtvlinders.

  • De tellers noteerden 104 verschillende soorten in de tuinen: 51 soorten dagvlinders (255.950 individuen) en 53 soorten nachtvlinders (26.058 individuen). Hier analyseren we enkel de 20 soorten, die tijdens de vlinderweekends het vaakst gezien worden. 
  • De talrijkst getelde tuinsoorten over alle jaren heen waren klein koolwitje (37.821 individuen), dagpauwoog (30.969) en atalanta (30.237). 
  • Het gemiddeld aantal soorten per tuin varieert sterk tussen jaren met zo’n 9 soorten in 2008 en bijna 12 soorten in 2013. 
  • Ook het gemiddeld aantal individuen per tuin varieerde sterk tussen jaren met zo’n 30 vlinders in 2008 en meer dan 50 vlinders in 2009, 2010 en 2013. De grote pieken in het gemiddeld aantal individuen worden vooral veroorzaakt door invasies van trekvlinders zoals distelvlinder (2009) en gamma-uil (2010 en 2013).

Wat zijn de ingrediënten voor een vlinderrijke tuin?

De tuinen met het grootste aantal soorten en individuen zijn groot, hebben vlinderstruik(en) en/of bloemperken, hebben tegelijk meerdere vlindervriendelijke kenmerken, liggen op het platteland, in landbouwgebied, in een natuurlijke of landelijke omgeving en/of in dorpen. 

Doordat het weer van jaar tot jaar sterk kan verschillen, bepaalt het jaar voor een groot deel hoeveel soorten en hoeveel vlinders je in je tuin te zien krijgt. Binnen jaren hangt het aantal soorten in een tuin voornamelijk af van de grootte van de tuin, de verstedelijkingsgraad en minder van de tuinkenmerken. Het totaal aantal vlinders (individuen) in een tuin wordt voornamelijk bepaald door de tuingrootte, de tuinvariatie én de verstedelijkingsgraad. 

Het blijkt dat ook in kleine tuinen en/of in tuinen in een verstedelijkte of weinig-natuurlijke omgeving, het aantal waargenomen soorten en individuen toeneemt met een toenemend aantal vlindervriendelijke elementen in de tuin. Het natuurvriendelijk inrichten van je tuin kan dus wel degelijk het verschil maken! Bekijk hier enkele tips over hoe je je tuin vlindervriendelijk kan maken.

In het rapport wordt voor de 20 voldoende talrijke soorten ook de invloed besproken van de tuinkenmerken en -variatie, het omliggende landschap en de interactie hiertussen op het aantal individuen dat in de verschillende typen tuinen en landschappen werd waargenomen. 

Tenslotte wordt er ook kort ingegaan op de uitdagingen waar Vlaanderen voor staat om de ecologische basiskwaliteit in stedelijk en bebouwd gebied en in landbouwgebied op te krikken. Om te eindigen geven we enkele tips hoe tuineigenaars, bij voorkeur over de grenzen van individuele tuinen heen, een verschil kunnen maken door het vlindervriendelijk inrichten van tuinen.

Het volledige rapport vind je bij onze publicaties. Een samenvatting van de analyse staat in het Natuurrapport 2020.

Het project maandelijkste tuinvlindertellingen werd intussen afgerond. Opvolger is de Wekelijkse vlindertelling, op Mijn Tuinlab, een project waarbij je met 5 minuten tellen per week een grote bijdrage kan leveren aan het meer gestandaardiseerd opvolgen van de vlinders in Vlaamse tuinen.