Publicatiedatum: 2023-04-13T10:00:00+01:00
In 2022 was 26,5% van de steekproefbomen in het Vlaamse bosvitaliteitsmeetnet beschadigd. Zomereik en Corsicaanse den zijn de belangrijkste boomsoorten met een hoog percentage beschadigde bomen.
Evolutie van het percentage beschadigde bosbomen
Sinds 1985 wordt de gezondheidstoestand van bossen op Europese schaal gemonitord. Eén van de criteria voor het bepalen van de gezondheid van bosbomen is de bladbezetting. Bomen met meer dan 25% blad- of naaldverlies worden als beschadigd beschouwd. Deze indicator geeft aan welk aandeel van de bomen in het bosvitaliteitsmeetnet beschadigd is. De aanwezigheid van veel beschadigde bomen is een indicatie van een weinig evenwichtig bosecosysteem, of met andere woorden, een beperkte boskwaliteit.
Het bosvitaliteitsmeetnet telt 78 proefvlakken. In 2022 werden in deze meetlocaties 1486 steekproefbomen beoordeeld, waarvan 865 loofbomen en 621 naaldbomen. 26,5% van de steekproefbomen is beschadigd. Het aandeel beschadigde bomen is hoger bij loofbomen dan bij naaldbomen en bedraagt respectievelijk 28,2% en 24,3%. Het percentage beschadigde bomen is bij Corsicaanse den (39,3%), zomereik (35,7%) en beuk (26,8%) hoger dan het algemeen cijfer (Sioen, Verschelde, en Roskams (2023)).
Een veelheid aan factoren beïnvloedt de bosgezondheid: o.a. atmosferische deposities, klimaatwijziging, bosbeheer en natuurlijke factoren (insecten, schimmels, …). De variabiliteit van het bladverlies heeft bij beuk ook met de mastjaren (= jaren met hoge zaadproductie) te maken. Doorgaans gaat dit met een verminderde bladbezetting gepaard. In 2022 was er meer zaadproductie dan het voorgaande jaar.
De weersomstandigheden waren in 2022 ongunstig. Net als in 2018, 2019 en 2020 waren er langdurige droogteperioden. Er was niet alleen vroegtijdig bladverlies maar ook blad- en naaldverkleuring door droogte. In vergelijking met het voorgaande jaar was er ook meer stormschade in de proefvlakken. De ongunstige weersomstandigheden hebben bij verschillende boomsoorten een slechtere kroontoestand veroorzaakt. De gezondheidstoestand verslechterde ten opzichte van 2021 voor zomereik, beuk, grove den, Corsicaanse den en de ‘overige loofboomsoorten’, een verzameling van minder vertegenwoordigde boomsoorten. Alleen bij Amerikaanse eik werden minder beschadigde bomen vastgesteld.
Tot 1995 was er een toename van het percentage beschadigde bosbomen in de Vlaamse bosvitaliteitsinventaris. Daarna werd een verbetering van de toestand genoteerd, met name tussen 2000 en 2008. Vanaf 2009 steeg het aandeel beschadigde bomen weer. Tussen 2012 en 2016 werd een afname waargenomen maar na 2016 steeg het aandeel beschadigde bosbomen bijna jaarlijks tot 2020. In 2021 was er een kortstondige verbetering van de algemene toestand.
De verminderende atmosferische deposities (zie Stikstofdeposities in habitats van Europees belang) en de toenemende aandacht voor duurzaam bosbeheer zijn factoren die tot een verbetering van de bosgezondheid kunnen leiden. De toenemende verandering van het klimaat daarentegen (zie indicatoren i.v.m. ‘Klimaatwijziging’) kan de bosgezondheid verder aantasten. De ongewenste introductie van invasieve exotische schimmel- of insectensoorten kunnen de gezondheidstoestand eveneens negatief beïnvloeden.
In 2023 wordt onderzocht hoe de gezondheidstoestand van de bomen in het meetnet verder evolueert.
Toestand in Europa
De Europese cijfers van 2021 werden door het ICP Forests gepubliceerd in het rapport ‘Forest Condition in Europe’(Michel e.a. (2022)). 27 Europese landen rapporteerden gegevens uit 5565 proefvlakken. In totaal werden 101663 bomen beoordeeld. De resultaten van 2022 worden in de loop van 2023 verwacht.
Het aandeel beschadigde bomen bedroeg 28,6%. De gezondheidstoestand van de bossen in Europa veranderde weinig ten opzichte van de voorgaande inventaris. Het aandeel beschadigde bomen was het hoogst bij eik (zomereik/wintereik). Bij de naaldboomsoorten haalde fijnspar de hoogste score.
Het aandeel beschadigde bomen in Europa is al enkele jaren hoger dan het Vlaamse cijfer (19,9% in 2021). Verschillende landen en regio’s in Zuid-, Centraal en Oost-Europa tellen proefvlakken met een hoog blad- of naaldverlies.
Door de droogte in 2018 en later, zijn er ook in andere landen en regio’s vitaliteitsproblemen ontstaan, met bossterfte tot gevolg (o.a. Wallonië, Duitsland, Zwitserland, Tsjechië, Slowakije, Zweden).
De langetermijntrends van het blad- of naaldverlies zijn in Europa voor de meeste boomsoorten toenemend. Dat betekent dat de gezondheidstoestand van de bossen tussen 2002 en 2021 verslechterd is.
Het vergelijken van cijfers tussen regio’s en landen onderling moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren. De boomsoortensamenstelling verschilt meestal en er zijn ook verschillen qua bodemeigenschappen, hoogteligging… Omdat bovendien niet overal exact dezelfde beoordelingsmethode gebruikt wordt, is de globale evolutie van de gezondheidstoestand relevanter.
Publicatiedatum: 2023-04-13T10:00:00+01:00
In plaats van een trendmodel is gekozen voor een gam model die een smoother door de punten trekt, en enkel het gemiddeld aantal beschadigde bosbomen per jaar is gebruikt voor de berekening van de index, in plaats van alle waarden van de 75 gemonitorde plots, met elk enkele tot vele bomen. De brondata is dus een percentage per jaar, die verondersteld worden getrokken te zijn uit een normale verdeling, eens gecorrigeerd voor de smoother over de jaren met een k-waarde van 5.
Grote wijzigingen in het aantal beschadigde bosbomen die over meerdere jaren gespreid zijn maken het moeilijk een uniforme trend te berekenen.
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
Brondata Vlaanderen | beschadigde_bosbomen.tsv | beschadigde_bosbomen.yml |
Brondata Europa | vlaanderen_europa.tsv | vlaanderen_europa.yml |