Habitattypische en provinciaal prioritaire soorten macro-nachtvlinders in Vlaanderen
In navolging van de eerder verschenen Rode Lijst van de macro-nachtvlinders, stelden we een lijst samen met macro-nachtvlinders die typisch zijn voor de Europese habitattypes van de Habitatrichtlijn, maar ook voor de regionaal belangrijke biotopen. Met behulp van die lijst gingen we na welke soorten macro-nachtvlinders en welke biotopen als prioritair beschouwd kunnen worden in de verschillende Vlaamse provincies. Deze informatie is beleidsrelevant omdat ze richting geeft aan het habitatbeheer, de prioritering van herstelmaatregelen en het onderbouwen van de Europese rapporteringsverplichtingen.
In Vlaanderen zijn vooral droge en natte heide (78 soorten), bossen (55 soorten), (half)natuurlijke graslanden (54 soorten), kustduinen (40 soorten ) en moerassen (34 soorten) rijk aan habitattypische soorten. Habitattypische soorten kunnen worden gebruikt om de kwaliteit van de habitats van de Europese Habitatrichtlijn te evalueren: hoe meer habitattypische soorten, hoe hoger de kwaliteit van de habitat.
Wat provinciaal belangrijke macro-nachtvlinders betreft, spant Antwerpen met 138 soorten de kroon. Daarna volgen Limburg met 115 soorten, West-Vlaanderen met 97 soorten, Vlaams-Brabant met 88 soorten en Oost-Vlaanderen met 64 soorten. In Antwerpen en Limburg zijn vooral droge en natte heidegebieden en heischrale graslanden belangrijk voor macro-nachtvlinders. In Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen zijn dat voornamelijk bossen en ruigten, en in West-Vlaanderen duinbiotopen. Provinciaal prioritaire soorten zijn een nuttig instrument om het soortenbeleid op provinciale schaal aan te sturen.
Beeld boven: veenheide-uil, een typische soort voor het Europese habitattype 4010 (vochtige tot natte heide) (foto: Dirk Maes)