Wolf FAQ 8 - Zijn het echte wolven? Zijn het geen gevaarlijke hybriden?

Terug

Wolf FAQ 8 - Zijn het echte wolven? Zijn het geen gevaarlijke hybriden?

Meer achtergrond

De wolf is de stamvader van de hond, en kan in er principe mee kruisen. Zo’n kruisingen komen hier en daar voor, vooral in landen waar veel verwilderde honden voorkomen. Hybriden gedragen zich echter niet anders en zijn niet gevaarlijker dan zuivere wolven. Het INBO maakt deel uit van een Europees netwerk van onderzoekers die hybridisatie van dichtbij opvolgen. Een recente studie toont dat minder dan 1 procent van de Franse wolven tekenen heeft van recente vermenging met honden, en de situatie in Duitsland is vergelijkbaar. Wanneer er toch hybriden worden waargenomen, worden deze exemplaren verwijderd uit de populatie, om de genetische zuiverheid van wolven zo goed mogelijk te beschermen.

Er gaan verhalen de ronde dat alle Europese wolven hybriden zijn. Dit heeft te maken met 1) foute interpretatie van wetenschappelijke gegevens, 2) slechte methodes die gebruikt worden door sommige commerciële onderzoekscentra.
Hybridisatie tussen wolven en honden is echter wel een fenomeen dat zeer goed moet opgevolgd en beheerd worden, omdat het risico’s inhoudt voor de wolvenpopulaties zelf.

Enkele feiten op een rijtje

  1. Wolven en honden hybridiseren al duizenden jaren een klein beetje. Dit maakt dat alle Europese wolven enkele percenten DNA dragen dat afkomstig is van kruisingen die honderden tot duizenden jaren geleden gebeurden. Maar omdat honden afstammen van wolven, en dat die afstamming in evolutionaire termen gezien zeer recent is, is dat verre van problematisch. Ook de moderne mens, Homo sapiens, draagt 1 tot 3 % DNA van de Neanderthaler (Homo neanderthalensis), maar dat maakt ons geen hybriden.
  2. In gebieden waar honden vrij mogen rondlopen en honden op de duur verwilderen, kunnen er wel degelijk problemen ontstaan voor de wolf wanneer er recente en frequente hybridisatie optreedt. Er zijn naar schatting in heel Europa zo’n 5 tot 10 miljoen zwerfhonden en verwilderde honden (vooral in Oost-Europa). Hybridisatie vinden we vooral in gebieden waar honden vrij mogen rondlopen en verwilderen in cultuurlandschappen, en waar wolven in het verleden of ook nu nog (al dan niet legaal) verdelgd worden. Hotspots van hybridisatie vinden we hier en daar in in centraal-Italië, Portugal en in Oost-Europese landen. Niet toevallig zijn dat gebieden waar zeer veel verwilderde honden voorkomen. De combinatie van afschot en stroperij van wolven en zeer grote hoeveelheden verwilderde honden zorgt in die gebieden (of heeft gezorgd) voor een verhoogd aantal wolven met een aanzienlijk aandeel honden-DNA. Intensief lethaal beheer (afschot) en stroperij verstoort immers de sociale structuur van roedels. Wolvinnen zijn dan iets sneller geneigd om te paren met een hond. Om hybridisatie te voorkomen is het belangrijk om zo min mogelijk in te grijpen in de sociale structuur van wolven, en om actief op te treden tegen verwilderde honden. Hybriden zijn zeer zeldzaam tot afwezig in Zwitserland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, België, Zweden, Finland en Noorwegen. In Polen zijn hybriden zeldzaam in het ZW, waar ze actief opgespoord worden, terwijl dit in het N en O minder intensief wordt opgevolgd.
  3. Hybriden met Europees beschermde soorten (zoals de wolf) zijn nog steeds beschermd, en mogen dus niet zonder meer afgeschoten worden: voor elk afschot is een aparte ontheffing nodig. Bij wolven is dit belangrijk omdat niet alle hybriden eenduidig te herkennen zijn op basis van uiterlijke kenmerken. Dit vereist vaak genetisch onderzoek.
  4. Om hybridisatie te bepalen met wolven, heb je uitstekende referenties nodig van de genetische samenstelling van de verschillende wolvenpopulaties, en van honden. De genetische diversiteit bij wolven is zeer groot vergeleken met honden. Wanneer je een genetisch profiel vergelijk van wolven en honden, en je gebruikt maar een klein aantal genetische merkers, dan kan een wolf een profiel hebben dat door toeval wat lijkt op dat van een hond. Als je geen goede grote databank hebt van gegevens van andere wolven uit diezelfde populatie, dan kan een toewijzingsanalyse (een statistische techniek die nagaat tot welke groep je meest waarschijnlijk behoort) een wolf foutief toewijzen (of deels toewijzen) aan je referentiegroep van honden. Zelfs als je een goede referentie hebt van wolven, maar uit een genetisch sterk verschillende populatie, en je probeert een wolf van een andere populatie toe te wijzen aan ofwel honden ofwel wolven, kan het zijn dat dit individu foutief als intermediair aan de twee wordt toegewezen, terwijl het feitelijk een derde groep is. Enkel als je tientallen referenties hebt van de correcte groep zal de toewijzing correct kunnen gebeuren.

Meer lezen?

 

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}