Nieuwsbrief februari 2023

​​Mosflora in Vlaanderen erg veranderd sinds 1980

Sinds 1980 brengt een groep vrijwilligers en professionelen mossen in Vlaanderen in kaart. Dat levert een schat aan gegevens op. In die vier decennia zien we grote verschuivingen in de samenstelling van de mosflora.

Mossen zijn na de vaatplanten de grootste groep landplanten. Omdat ze hun voedingsstoffen rechtstreeks uit de lucht en de neerslag halen, zijn ze goede indicatoren voor de algemene milieukwaliteit.

Voornaamste resultaten:

  • De verspreiding van de epifytische mossen vertoonde de sterkste verandering. Dat zijn soorten die op stammen en takken van bomen en struiken groeien. Door de daling van de uitstoot van zwaveldioxide nam de zure neerslag af en konden deze soorten zich spectaculair herstellen. We zien ze nu terug in heel Vlaanderen.
  • Bij soorten die op de bodem leven is er een groot verschil tussen de levermossen en de bladmossen. Levermossen van de meeste terrestrische milieus gaan achteruit, terwijl bladmossen van deze milieus stand houden of zelf licht vooruit gaan
  • (Lever)mossen van natte milieus gaan sterker achteruit dan die van droge milieus.
  • Soorten uit zuidelijke, warmere gebieden gaan vooruit, terwijl die van koude regio’s verdwijnen.

Wouter Van Landuyt

Meer lezen: Wouter Van Landuyt & Hans Van Calster (2022) Changes in the distribution of bryophytes in a highly urbanised region in Western Europe (Flanders, Belgium): a species-traits analysis, Journal of Bryology, 44:3, 199-207, DOI: 10.1080/03736687.2022.2151856

Heidefranjemos, een levermos van droge heideterreinen op de rand van het uitsterven

Heidefranjemos, een levermos van droge heideterreinen op de rand van het uitsterven (foto INBO)

Knikkersterretje, een sterk toegenomen bladmos dat op de schors van bomen groeit.

Knikkersterretje, een sterk toegenomen bladmos dat op de schors van bomen groeit (foto INBO)

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}