Onze bossen houden niet van extreem weer
De bosvitaliteitsinventaris maakt deel uit van het internationale Level 1 ICP Forests programma. In 2021 volgden we de gezondheidstoestand op van 1473 bomen in 75 meetpunten. De belangrijkste maat hiervoor is de bladverliesscore. Bomen met meer dan 25% bladverlies beschouwen we als beschadigd. We controleerden elke boom ook op symptomen van aantasting of schade door schimmels, insecten of andere factoren.
In 2021 was één boom op vijf beschadigd (19,9%). Zomereik scoorde het slechtst, met meer dan een kwart beschadigde bomen (27,4%). Het gemiddeld bladverlies van alle soorten samen bedroeg 22,7%.
Ten opzichte van 2020 namen we gemiddeld over alle boomsoorten heen een positieve evolutie waar. Voor eik en grove den was er geen beduidende verbetering, maar de kroontoestand verbeterde wel significant voor beuk, Corsicaanse den en een groep ‘overige loofboomsoorten’. Dat is een groep met onder andere kastanje, berk, els, esdoorn en populier.
Hittegolven en langdurige droogteperioden kenmerkten de zomers van 2018, 2019 en 2020. In 2021 namen we geen verkleuring, bladvervorming of vroege bladval door droogte waar. Dit toont aan dat veel boomsoorten een typisch Belgische zomer verkiezen, zonder droogte en hitte.
Niet elke negatieve evolutie is te wijten aan weersextremen of een veranderend klimaat. Ook luchtverontreiniging, standplaatseigenschappen en onaangepast beheer kunnen de gezondheid negatief beïnvloeden. Daarnaast baart de introductie van nieuwe infectieziekten of insecten bosbeheerders zorgen. Het vals essenvlieskelkje is een invasieve schimmel die al meer dan een decennium de essen aantast. Tussen 2014 en 2021 werden 252 essen gemonitord en ondertussen stierf 24,2% van deze bomen.
Geert Sioen, Pieter Verschelde
Beeld boven: bosvitaliteitsproefvlak in Serskamp (Wichelen) (foto Geert Sioen, INBO)