Nieuwsbrief mei 2021

Sternen in vrije val

Het INBO onderzocht de evolutie van de broedvogels in de speciale beschermingszone “Kustbroedvogels Zeebrugge-Heist” en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tussen 2004 en 2020. Hieruit blijkt dat Vlaanderen er op geen enkel moment in slaagde de Europese natuurdoelen voor deze vogels te halen. De aantallen grote stern, dwergstern en visdief daalden sterk. Andere typische kustbroedvogels die mee profiteerden van de - intussen verdwenen - oppervlakte geschikt broedgebied komen nu nagenoeg niet meer voor in Vlaanderen. Het gaat dan om soorten zoals strandplevier en tapuit.

Oorzaken zijn vooral de beperkte omvang van het broedgebied, dat altijd veel kleiner was dan de vooropgestelde 22 ha, en een grote predatie- en verstoringsdruk door landroofdieren. De sternen kregen daardoor geen kans om zich te handhaven op het niveau van vroeger. Ook waren er in sommige jaren aanvaringen met windturbines, predatiedruk door grote meeuwen uit het westelijk havengebied, en een verruiging van de vegetatie op de broedplaats. Een tekort aan rustgelegenheid, te lage voedselbeschikbaarheid of verstoring door mensen speelden daarentegen geen rol bij de achteruitgang van de sternenpopulaties.

In de onderzoeksperiode daalden aan de kust ook de aantallen zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw. Globaal kon de populatie zilvermeeuw zich wel handhaven, omdat deze op vele andere plaatsen ging broeden.

Eric Stienen

Meer lezen: Stienen EWM, Courtens W, Van de walle M, Vanermen N & Verstraete H (2021). Monitoring van de instandhouding van kustbroedvogels in de SBZ-V ‘Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist’ en de westelijke voorhaven van Zeebrugge in de periode 2004-2020. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2021 (19). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. DOI: doi.org/10.21436/inbor.34237378

(Foto boven: baltsende grote stern - Yves Adams/Vildaphoto)

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}