Overslaan en naar de inhoud gaan

Amateurkunstendecreet van 8 maart 2024

Op 8 maart 2024 bekrachtigde de Vlaamse Regering een nieuw Amateurkunstendecreet. Daarmee komt een einde aan het traject voor de ontwikkeling van een geactualiseerd amateurkunstenbeleid, dat van start ging in 2021. Het nieuwe decreet treedt in werking vanaf 1 januari 2025.

Actualisering decreet van 2000

Het nieuwe decreet vervangt het decreet van 22 december 2000, dat zorgde voor een stevige dynamiek binnen de amateurkunstensector.  Na 24 jaar was dit decreet echter toe aan een actualisering. Het Amateurkunstendecreet van 8 maart 2024 moet de tendensen en noden die vandaag leven bij het steeds groeiende aantal amateurkunstenaars, -groepen en –organisaties beter capteren. Onderzoek toont aan dat bijna de helft van de Vlamingen ouder dan 14 jaar amateurkunsten beoefent. In absolute cijfers komt dit neer op meer dan 2 miljoen amateurkunstenaars. Het nieuwe decreet wil deze ruime sector naar waarde schatten en zichtbaarheid geven, door diverse ondersteuningsmogelijkheden te voorzien en antwoorden te bieden op de noden van de grote en diverse groep Vlaamse amateurkunstenaars.

Voor de totstandkoming van het decreet ging het departement onder meer in overleg met de negen koepelorganisaties voor amateurkunsten en De Federatie.

Focus op talentontwikkeling

Het nieuwe Amateurkunstendecreet wil de bloei van een kwaliteitsvol, dynamisch en divers amateurkunstenlandschap stimuleren. Het decreet zet in op de samenwerking met het deeltijds kunstonderwijs en de professionele kunsten, aangezien dat een belangrijke motor is voor de talentontwikkeling van amateurkunstenaars. Na ontspanning, blijken de nood om bij te leren, vaardigheden te ontwikkelen en kennis op te doen de belangrijkste motieven om een creatieve hobby te beoefenen in de vrije tijdTalentontwikkeling loopt daarom als een rode draad doorheen de uitwerking (opdrachten, voorwaarden, criteria,..) van de verschillende subsidie-instrumenten.

Internationale uitwisseling

Een andere drijfveer voor talentontwikkeling is internationale uitwisseling. Het decreet geeft daar verschillende impulsen toe. Internationale (artistieke en inhoudelijke) samenwerking en (kennis)uitwisseling is immers onontbeerlijk voor de vitaliteit van de sector. Het is verrijkend voor amateurkunstenaars om zich over de taal- en landsgrenzen heen met elkaar te verbinden, nieuwe artistieke ervaringen en kennis op te doen binnen internationale leeromgevingen. De kwaliteit van amateurkunsten in Vlaanderen staat trouwens hoog aangeschreven in het buitenland. Door meer kansen te geven om naar het buitenland te gaan, zet dit decreet kracht bij aan de internationale uitstraling en zichtbaarheid van de Vlaamse amateurkunsten.

Eerste subsidierondes in 2025

De concrete uitwerking, timing en procedures van de aanvragen, de beslissing, de berekening van de subsidies, de verantwoording en het toezicht worden opgenomen in het uitvoeringsbesluit. Na goedkeuring van de Vlaamse Regering, zullen we hier verder over communiceren. De eerste subsidierondes worden georganiseerd vanaf 2025.

Diverse vormen van ondersteuning

Aan de hand van diverse vormen van ondersteuning voor verschillende spelers binnen het veld, gaande van de negen koepelorganisaties voor amateurkunsten tot amateurkunstengroepen en individuele amateurkunstenaars, wil het nieuwe Amateurkunstendecreet de brede en sterk gegroeide groep amateurkunstenaars in Vlaanderen naar waarde schatten en zichtbaarheid geven.

Het nieuwe decreet voorziet vijf subsidie-instrumenten:

  1. Werkingssubsidies voor koepelorganisaties voor amateurkunsten
    Het nieuwe decreet herbevestigt de belangrijke rol van de negen koepelorganisaties voor amateurkunsten (OPENDOEK, Danspunt, Creatief Schrijven, VLAMO, Kunstwerkt, BREEDBEELD, VI.BE, Koor&Stem en Muziekmozaïek), één organisatie voor elke decretaal bepaalde kunstdiscipline. Deze koepelorganisaties krijgen per beleidsperiode een werkingssubsidie om amateurkunstenaars en -groepen op maat van de noden en behoeften die eigen zijn aan de kunstdiscipline, te ondersteunen, te begeleiden, te informeren en te stimuleren.

    Nieuw is dat ze vanaf 2024 de opdracht krijgen om zelf een instrument te ontwikkelen dat (financiële) impulsen geeft aan amateurkunstenaars en -groepen in functie van hun groei en talentontwikkeling. De koepelorganisaties communiceren binnenkort over de manier waarop ze invulling geven aan deze opdracht. Hou dus zeker de website van elke organisatie in de gaten om meer te weten te komen over de manier waarop je als amateurkunstenaar terecht kan bij de koepelorganisaties voor een impuls in het kader van talentontwikkeling.

  2. Meerjarige subsidies voor amateurkunstengroepen
    Een tweede subsidielijn voorziet meerjarige subsidies voor amateurkunstengroepen met hoge artistieke ambities. Het gaat om een financieel beperkte, driejarige ondersteuning aan amateurkunstengroepen met een kwaliteitsvolle werking en een potentieel landelijke uitstraling. Doel van de ondersteuning is hun werking een boost te geven op het vlak van kwalitatieve groei en talentontwikkeling.
     
  3. Tussenkomsten voor deelname aan een buitenlands initiatief
    Met de tussenkomsten voor deelname aan een buitenlands initiatief kunnen amateurkunstenaars en -groepen deelnemen aan buitenlandse projecten als wedstrijden, festivals, conferenties, tournees enz. Doel is internationale uitwisseling en de presentatie van de Vlaamse amateurkunsten op internationale fora mogelijk maken.
     
  4. Subsidies voor internationale projecten
    De subsidies voor internationale projecten bieden de mogelijkheid aan organisaties en groepen om zowel in binnen- als buitenland projecten te organiseren die de internationalisering van amateurkunstenpraktijken vooropstellen.
     
  5. Erkenning van en tussenkomsten voor Internationale Ambassadeurs Amateurkunsten
    Gevorderde amateurkunstengroepen en amateurkunstenaars met een kwaliteitsvolle werking van minimaal vijf jaar, kunnen een erkenning krijgen als internationaal ambassadeur Amateurkunsten om de Vlaamse amateurkunsten te vertegenwoordigen in het buitenland. Ze kunnen, eens ze erkend zijn, ook een tussenkomst krijgen in de kosten voor die buitenlandse vertegenwoordiging.