Overslaan en naar de inhoud gaan

VGT: een erkende taal

Wat

De Vlaamse Gebarentaal, afgekort VGT, is de visueel-gestuele natuurlijke taal die gebruikt wordt door dove en horende Vlaamse Gebarentaligen in de Vlaamse Gemeenschap en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

In 2006 werd VGT door de Vlaamse overheid erkend als de taal van de Vlaamse Dovengemeenschap, een linguïstisch-culturele minderheidsgroep waarvoor de taal een identificerende rol speelt. 

Gebarentalen zijn volwaardige zelfstandige talen. VGT is geen afgeleide van het gesproken Nederlands, of Nederlands uitgedrukt met gebaren. Gebarentalen hebben een eigen grammatica en woordenschat en evolueren op een natuurlijke manier, net zoals gesproken talen. 

Vlaamse Gebarentaal is sterk verwant met de Langue des Signes de Belgique Francophone of LSFB, die in Wallonië wordt gebruikt.  Vlaamse Gebarentaal verschilt dan weer sterk van Nederlandse Gebarentaal, de gebarentaal die in Nederland wordt gebruikt, ook al delen Vlaamse en Nederlandse doven wel het gesproken (en geschreven) Nederlands.

Vlaamse Dovengemeenschap

De Vlaamse Dovengemeenschap kan gedefinieerd worden als een netwerk van dove mensen en hun verenigingen, dat zich vertakt over heel Vlaanderen. Het merendeel van deze dove mensen heeft de Vlaamse Gebarentaal als moedertaal en/of eerste of tweede taal.

Voor zo’n 26.000 tot 30.000 Vlamingen speelt VGT een rol in het dagelijkse leven. Naast de groep van dove en slechthorende mensen, zijn er ongeveer 5.000 kinderen van dove ouders - Children of Deaf Adults (CODA) - , van wie een groot deel VGT als moedertaal meekrijgt. Er zijn ook een 7000-tal horende gebarentaligen in de periferie van de dovengemeenschap. Daarnaast zijn er nog ongeveer 8.000 geïnteresseerde VGT-gebruikers, zoals studenten.